Inhoudsopgave
Advertenties
ophoping van stof of vuil op naaf en
bladen en verdwijnen na reiniging.
Mocht dit echter niet het geval zijn, dient
onmiddellijk hulp van een deskundige
te worden ingeroepen, aangezien
langdurige trillingen de levensduur van
de bladen en motorlagers nadelig
béinvloeden.
7.4 Motor
De motor is voorzien van afgedichte
lagers. De lagers mogen alleen worden
vervangen overeenkomstig de
instructies van de motor producent.
7.5 Demontage van de motor
Volg de procedure van punt 7.1 voordat
de werkzaamheden worden uitgevoerd.
Procedure voor demontage
1 Koppel de motorkabel in de
schakelaar af.
2 Verwijder 8 bouten, figuur 1, item 10
en haal de tunnelventilator van het
plafond.
3 Verwijder de bouten, figuur 1 item 08
en demonteer de geluiddempers item
02.
4 AUC: Verwijder de naafkap, figuur 3,
item 17.
ARC: Verwijder de bouten van de
leidschoepeenheid en verwijder de
leidschoepeenheid, figuur 3, item 14.
5 Verwijder de centrale bout, de waaier,
figuur 3, item 15.
6 Verwijder de centrale schijf, figuur 3,
item 16 en naafkap item 17.
7 Demonteer de waaier, figuur 1, item
03 met behulp van een trekker die is
bevestigd in de twee draadgaten van
de naaf.
8 Verwijder de 4 bouten figuur 3, item
18.
9 Demonteer motor item 05 en de
motorflens, figuur 3, item19. Markeer
de positie van de motor voordat deze
wordt gedemonteerd.
Bij het demonteren en ontmantelen van
de ventilator, moet u ervoor zorgen dat
de verschillende onderdelen niet aan
schokken etc. blootstaan, waardoor
motorlagers of andere
ventilatoronderdelen kunnen worden
beschadigd.
7.6 Montage van de motor
Procedure voor montage
1 Monteer de motor, figuur 3, item 05
opnieuw na het onderhoud, let erop
dat de motorflens, figuur 3, item 19
zich op de juiste plaats bevindt en dat
de as van de motor concentrisch in de
behuizing van de ventilator is
geplaatst voordat de bouten, figuur 3,
item 18 worden vastgezet.
2 Monteer de waaier, figuur 1, item 03
op de motoras met behulp van bouten
die worden vastgezet in het
schroefgat van de as van de motor. Zet
de naaf van de waaier vast tegen de
kraag van de motoras. Controleer of
de ruimte voor het blad over de hele
omtrek van de behuizing gelijk is. Als
dit niet het geval is, wijzig dan de
plaats van motor in de ophanging.
Opmerking: Het gebruik van
hamers etc. kan de
lagers beschadigen.
3 Monteer de centrale bout, figuur 3,
item 15, centrale schijf item 16 en
naafkap item 17.
4 Type ARC: Monteer de centrale kap,
figuur 3, item 14.
5 Monteer de geluiddempers, figuur 1,
item 02 op de ventilatorbehuizing met
behulp van de bouten item 08.
Aandraaimoment voor bouten, item
8, figuur 1. M10: 30 Nm ±10%
6 Monteer de ventilator tegen het
plafond met behulp van de 8 moeren,
figuur 1, item 10. Aandraaimoment
voor bouten, item 10, figuur 1. M12:
50 Nm ±10%
7 Sluit de motorkabel tenslotte aan in
de schakelaar, figuur 1, item 06.
Als u de ventilator wilt starten, volg dan
de procedure die is beschreven bij
onderdeel 6.
7.7 Bladhoek instellen
De bladhoek is in de fabriek ingesteld
met speciaal gereedschap
(spaninrichting) om de gewenste
prestaties te kunnen leveren. De
bladhoek kan niet zelfstandig worden
gewijzigd.
7.8 Defecten opsporen
Dit zijn de meest waarschijnlijke
oorzaken van storingen/fouten.
Gebrekkige prestaties
• Geblokkeerde luchttoevoer aan
zuigzijde van ventilator
• Defect aan motor
• Uitgeschakelde motor
• Verkeerde rotatie richting van de
waaier
Geluid/vibraties
• Lagers in elektrische motor defect
• Waaier uit balans
• Waaier versleten/beschadigd
• Losse moeren/ componenten
• Waaierbladen hebben
verschillende bladhoeken
• Ventilator werkt in overtrekgebied,
hetgeen kan resulteren in storing.
Reparatiefouten, zie "Gebrekkige
prestaties".
8. Periodieke inspectie
Voor het verzekeren van een adequate en
juiste werking en een zo lang mogelijke
levensduur van de ventilator dient
éénmaal per jaar de ventilator te worden
gëinspecteerd.
De inspectiewerkzaamheden
bestaan uit
• Controle opgenomen stroom
• Trillingsmeting op het
ventilatorhuis
• Controleren van de
aandraaimomenten van alle
bevestigingsbouten en zonodig
corrigeren
• Visuele inspectie van de waaier, het
ventilatorhuis, geluiddempers en
elektrische aansluiting
• Reinigen
- Inwendig met perslucht
- Uitwendig met zeepwater max.
100 bar op een afstand van min.
0,2 m
Het verdient aanbeveling alle
waarnemingen en gemeten waarden bij
te houden in een logboek.
3
Advertenties
Inhoudsopgave
