Novenco
1. Toepassing
2. Belangrijkste onderdelen
3. Behandeling
3.1 Markering
3.2 Gewicht
3.3 Transport
4. Opslag
5. Installatie
5.1 Vóór installatie
5.2 Installatie
5.3 Bedrading
6. Opstarten
6.1 Vóór het opstarten
6.2 Startprocedure
7. Onderhoud
7.1 Beveiliging voor inspectie en onder-
houd
7.2 Behuizing/geluiddempers van
ventilator
7.3 Waaier
7.4 Motor
7.5 Demontage van de motor
7.6 Montage van de motor
7.7 Bladhoek instellen
7.8 Defecten opsporen
8. Periodieke inspectie
9. EU-Conformiteits-
verklaring
1. Toepassing
Tunnelventilatoren type AUC/ARC zijn
compacte en degelijke standaard
ventilatoren, die geschikt zijn voor de
ventilatie van tunnels. De
tunnelventilator van het type AUC/
ARC mag niet worden gebruikt in een
omgeving met explosiegevaar.
Lucht
-20 tot 40 °C
Omgeving
-20 tot 40 °C
Zie specificatie op
Brandbestendigheid
motorplaat
Tabel 1. Temperatuurbereik
MU 16037 1020
®
tunnelventilatoren AUC en ARC
Installatie en onderhoud
2. Belangrijkste onderdelen
Zij-aanzicht
Cut
01
02
Carrosseriering
24x13x2.5
Borgring 12
Boutverbinding
M12 x 40
10
Item 1
Inlaatconus
Item 2
Geluiddemper
Item 3
Waaier
Item 4
Motorophanging
Item 5
Motor
Item 6
Werkschakelaar
Figuur 1. Belangrijkste onderdelen van tunnelventilator type AUC/ARC
3. Behandeling
3.1 Markering
De tunnelventilator is voorzien van een
standaard naamplaatje met de naam en
het adres van Novenco. Het vermeldt
tevens het producttype, bijvoorbeeld
AUC 710/280-8, het serienummer,
gewicht en CE-merk. Op de zijplaat van
de ventilator is ook een typeplaat
bevestigd met de betreffende
motorgegevens.
3.2 Gewicht
Ventilator grootte, ØD, [mm] Gewicht [kg]
630
710
800
Tabel 2. Max. totale gewicht met groot
mogelijk motorvermogen
12
04 05 06 07
03
Vooraanzicht
Item 7
Ventilatorbehuizing
Item 8
Boutverbinding 10x30
4 set expansie bouten M16 volgens
Item 9
DIN7991 (niet meegeleverd)
Item 10 8 set bouten 12x40
Item 11 Afbuigrooster
Item 12 Montageplaat
3.3 Transport
Tunnelventilatoren van het type AUC/
ARC worden op pallets aangeleverd,
waardoor ze met vorkheftrucks kunnen
worden getransporteerd. Zorg er bij het
vervoer voor dat de tunnelventilator zo
wordt behandeld dat de eenheid niet
wordt beschadigd.
4. Opslag
De opslagruimte mag niet blootstaan
aan trillingen waardoor de motorlagers
kunnen worden beschadigd. Als de
opslagperiode langer is dan 3 maanden,
is het aan te raden de waaier regelmatig
met de hand te bewegen.
500
630
680
916609-0
09
08
11
NL
1