5. Druk op [Inschakelen].
6. Zet het apparaat uit en vervolgens weer aan.
7. Druk op het pictogram voor draadloos LAN.
8. Druk op [Wi-Fi Direct].
9. Selecteer de SSID (DIRECT-XXXXXX) van het apparaat uit de beschikbare
draadloze verbindingen van de computer en klik op [Verbinding maken].
Er wordt een venster voor het invoeren van de coderingssleutel geopend.
10. Voer de coderingssleutel voor Wi-Fi Direct in.
De standaard coderingssleutel is "admin123".
Voor meer informatie over het wijzigen van de coderingssleutel, zie pagina 16 "De
coderingssleutel van Wi-Fi Direct wijzigen".
11. Controleer of de status van de geselecteerde SSID-wijzigingen is gewijzigd
in "Verbonden".
De configuratie van de Wi-Fi-instellingen is voltooid.
4