WAARSCHUWING: Om een elektrische schok te voorkomen, nooit
een diode onder spanning testen.
1. Zet de functieschakelaar op
2. Druk op toets
3. Verbind de banaanstekker van het zwarte snoer met de negatieve (-)
(COM) klem en de banaanstekker van het rode snoer met de
positieve (+) (Ω) klem.
4.
Raak met de testprobepunten de diode of semigeleiderjunctie aan die u
wenst te testen. Noteer de uitlezing.
5. Inverteer de probepolariteit door de probe om te keren. Noteer de
uitlezing
6. De diode of junctie kunnen als volgt geëvalueerd worden:
A. Als de ene uitlezing een waarde weergeeft en de andere OL
aanduidt, dan is de diode in orde.
B. Geven beide uitlezingen OL weer, dan is de diode open.
C. Zijn beide uitleeswaarden zeer klein of gelijk aan nul, dan is de
diode kortgesloten.
OPMERKING: De waarde die tijdens een diodetest wordt weergegeven
is de spanning in doorlaatrichting.
FREQUENTIEMETING
1. Zet de functieschakelaar op FREQ.
2. Verbind de banaanstekker van het zwarte meetsnoer met de negatieve
(-) (COM) klem en de banaanstekker van het rode meetsnoer met de
positieve (+) (F) klem.
3. Raak met de testprobepunten het te testen circuit aan.
4. Noteer de uitgelezen frequentiewaarde.
weergegeven met het decimaal punt en de respectieve symbolen (Hz,
kHz).
CAPACITEITMETING
WAARSCHUWING: Om een elektrische schok te voorkomen, de
stroom naar het te testen circuit uitschakelen en alle condensators
ontladen alvorens de capaciteit te meten. Verwijder de batterijen en
ontkoppel de netsnoeren.
1. Zet de functieschakelaar op CAP. ("nF" evenals een kleine waarde
.
totdat het symbool
12
verschijnt.
De waarde wordt