5-8-2. Instelling temperatuurseenheid
In het scherm "Initial" (initialiseren), selecteert u [Temp.
1
unit] (temperatuurseenheid) met de [Cursorknop (om-
hoog/omlaag)], en drukt u op de [Enterknop].
Selecteer [°C] of [°F] met de [Cursorknop (omhoog/
2
omlaag)], en druk op de [Enterknop].
Het scherm "Initial" (initialiseren) verschijnt opnieuw.
6. REINIGING EN ONDERHOUD
Voordat u de unit reinigt, moet u steeds de werking ervan
stoppen en de stroomtoevoer afkoppelen.
Geen water of reinigingsvloeistoffen direct op de unit
gieten, of de unit ermee wassen.
De behuizing van de unit niet blootstellen aan vloeibare
insecticiden of haarsprays.
De unit behoedzaam afvegen met een zacht en droog doek.
Opmerking
Geen schurende reinigingsmiddelen gebruiken, noch
oplosmiddelen zoals benzeen of verdunner.
NL-23
OPGELET
7. SPECIFICATIE
Bereik werkingstemperatuur
Binnentemperatuur
Binnenvochtigheidsgraad
(relatieve vochtigheid)
8. OVERIGE
8-1. Foutcode
Als een fout optreedt, knippert de stroomindicator (groen) en
verschijnt het volgende scherm.
Als "Error" (fout) verschijnt, moet u de airconditioner onmid-
dellijk stoppen en een beroep doen op erkend onderhouds-
personeel.
• Als er een fout is in deze afstandsbediening:
Foutcode
Er 12.1
Communicatiefout afstandsbediening
met kabel
EE 1c
Er 15.4
Fout gegevensverwerving binnenunit
EE 1d
Er CC.1
Fout sensor afstandsbediening
EE CC.1
•
Als er een fout is op de binnenunit:
Adresnummer van de binnenunit in kwestie
0 °C tot 46 °C (32 °F tot 114 °F)
90 % of minder
Fout-
code
Inhoud
Foutcode