5-5. Instelling besturing afstandsbe-
dieningssensor
Opmerking
Deze functie kan alleen worden gebruikt als de instel-
ling geactiveerd is in de installatie. Om deze functie te
activeren, moet u een beroep doen op erkend onder-
houdspersoneel.
In het scherm "Submenu", selecteert u [R.C. sensor
control] (besturing afstandsbedieningssensor) met
de [Cursorknop (omhoog/omlaag)], en drukt u op de
[Enterknop].
Selecteer [On] (aan) of [Off] (uit) met de [Cursorknop
(omhoog/omlaag)], en druk op de [Enterknop].
Cancel:
Monitor
Wanneer u dit instelt op [On] (aan), verschijnt het pictogram
op het scherm "Monitor".
Om de functie te controleren, drukt u op de [Enterknop] en
selecteert u het pictogram.
NL-21
OK:
5-6. Instelling weergave kamertemperatuur
In het scherm "Submenu", selecteert u [Room temp.
display] (weergave kamertemperatuur) met de [Cursor-
knop (omhoog/omlaag)], en drukt u op de [Enterknop].
Selecteer [On] (aan) of [Off] (uit) met de [Cursorknop
(omhoog/omlaag)], en druk op de [Enterknop].
Wanneer u dit instelt op [On] (aan), verschijnt de
kamertemperatuur op het scherm.
Opmerking
De weergegeven kamertemperatuur is bij benadering de
temperatuur die wordt gemeten rond de afstandsbediening,
en die kan verschillen van de werkelijke kamertemperatuur.
De omgeving rond de installatie kan ook de afstandbestu-
ring beïnvloeden.
5-7. Instelling selectie vergrendeling
De vergrendelfunctie dient om te verhinderen dat kinderen
of buitenstaanders onbezonnen bedieningen uitvoeren. Om
bedieningen uit te voeren, eerst de vergrendeling ongedaan
maken in het scherm "Monitor".
Om te vergrendelen:
Wanneer de [Annuleringsknop] continu wordt ingedrukt
gedurende ongeveer 3 seconden of meer in het scherm
"Monitor".
Om de vergrendeling ongedaan te maken:
Wanneer de [Annuleringsknop] continu wordt ingedrukt
gedurende ongeveer 3 seconden of meer in het scherm
"Monitor", wordt de vergrendeling ongedaan gemaakt, en
iedere vergrendelingsnaam op het scherm gaat uit.