Inhoudsopgave
Advertenties
Montage- en bedieningsrichtlijnen
Gascondensatieketel WTC-GB 15-B sokkel en WTC-GB 25-B sokkel
11 Technische documenten
Constante druk auto-aanpassing
Automatische omschakeling tussen de constante drukniveaus (curves).
Bij constante drukregeling wordt het drukverschil in de pomp op een constante
waarde ingesteld. De opvoerhoogte wordt onafhankelijk van het debiet constant
gehouden.
De regelvariante wordt bij installaties met lage drukverliesschommelingen (bijv.
vloerverwarming) aanbevolen.
Evenwichtsflesregeling met externe voeler (enkel bij cascadewerking)
Bij de evenwichtsflesregeling moduleert de pomp in functie van het
temperatuurverschil tussen evenwichtsflesvoeler en vertrekvoeler van de WTC.
Via parameter 2.2.12 Traagheid pomp intern kan de
evenwichtsflesregeling aan de omstandigheden van de installatie aangepast
worden.
De regelingsvariante wordt bij cascade-installaties met hydraulische evenwichtsfles
aanbevolen.
Proportioneel vgl. vermogen met compensatie (enkel bij cascadewerking)
Bij deze regelingsvariante wordt het pompvermogen aangepast aan het gevraagde
brandervermogen (vermogen ≙ vermogen WTC).
Het pompvermogen verandert bijkomend als de vertrektemperatuur van een WTC
afwijkt van de vertrektemperaturen van de andere WTC's.
De regelingsvariante wordt bij cascade-installaties met platenwarmtewisselaar
aanbevolen.
Constant vermogen met compensatie (enkel bij cascadewerking)
Constant pompvermogen.
Het pompvermogen verandert bijkomend als de vertrektemperatuur van een WTC
afwijkt van de vertrektemperaturen van de andere WTC's.
Proportioneel vgl. vermogen met de pomp Uit
Bij deze regelingsvariante wordt het pompvermogen aangepast aan het gevraagde
brandervermogen (vermogen ≙ vermogen WTC).
Als de brander uitgeschakeld wordt, wordt de pomp na afloop van de nalooptijd
uitgeschakeld.
De nalooptijd wordt via parameter 2.2.15 Pompnalooptijd ingesteld.
De regelvariante wordt bij installaties met terugloopverhoging door externe
energietoevoer aanbevolen.
Evenwichtsflesregeling met de pomp Uit
Bij de evenwichtsflesregeling moduleert de pomp in functie van het
temperatuurverschil tussen evenwichtsflesvoeler en vertrekvoeler.
Via parameter 2.2.12 Traagheid pomp intern kan de
evenwichtsflesregeling aan de omstandigheden van de installatie aangepast
worden.
Als de brander uitgeschakeld wordt, wordt de pomp na afloop van de nalooptijd
uitgeschakeld.
De nalooptijd wordt via parameter 2.2.15 Pompnalooptijd ingesteld.
De regelvariante wordt bij installaties met terugloopverhoging door externe
energietoevoer aanbevolen.
163-216
83309407 1/2022-04 La
Advertenties
Inhoudsopgave
