Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

ASB-Security ccsMuSDO CertiProtectOne CCS5000 Installatiehandleiding pagina 20

Verberg thumbnails Zie ook voor ccsMuSDO CertiProtectOne CCS5000:
Inhoudsopgave

Advertenties

Deze parameter bepaalt of een sabotage melding de sirene activeert (standaard = Nee).
• Looptest sirene (Looptest activeert sirene)
Deze parameter bepaalt of bij een looptest de sirene kortstondig wordt geactiveerd bij een geslaagde zonetest
(standaard = Nee).
• Reset Pogingen (Reset aantal foutieve gebr. codes)
Deze parameter bepaalt of na een bediendeelblokkering het aantal foutieve codes wordt gereset naar het
oorspronkelijke aantal. Indien niet geactiveerd krijgt u na een bediendeel blokkering slechts 1 poging om een
geldige code in te voeren (standaard = Nee).
• Grade 2 (Grade2 systeem)
Met deze instelling kunt u de standaard Grade 3 instelling (conform NEN 50131) van de CCS5000 wijzigen in
Grade 2. De maximaal af te nemen hoeveelheid stroom van de voeding modules (voor verbruikers) wordt dan
verhoogd van 1,8A naar 3A (standaard = Ja).
• Uitloop Fout (Uitloop fout detectie)
Indien deze optie actief is zal een vertraagde zone welke open blijft staan na de uitlooptijd er voor zorgen dat
de sirene en flitslicht worden geactiveerd. Dit om u erop te attenderen dat er een inschakelfout heeft
plaatsgevonden. Er wordt NIET ingeschakeld en er wordt GEEN "Alarm" transmissiecode naar de PAC
verstuurd. (conform NEN EN 50131-3) Indien deze optie niet actief is, zal een vertraagde zone welke open blijft
staan na de uitlooptijd de inlooptijd activeren. Indien na de inlooptijd niet is uitgeschakeld, zal een Alarm
worden gegeneerd. Deze melding wordt ook naar de PAC verstuurd. (standaard = Nee).
• Comm. Controle (PAC Communicatie controle)
Indien deze optie actief is zullen de sirene en flitslicht uitgangen pas uitschakelen nadat de alarmtransmissie is
bevestigd (KISS-OFF) en een geldige gebruikerscode is ingevoerd. Indien geen KISS-OFF wordt ontvangen
blijft de sirene geactiveerd tot het einde van de sirene tijd. Als de optie niet actief is stoppen sirene en flitslicht
na invoeren geldige toegangscode ongeacht of de alarmmelding door de PAC is ontvangen (standaard =Nee).
• LAN Link Bewaking (Ethernet bewaking)
Deze parameter bepaalt of de aanwezigheid van ethernet wordt gemonitord (standaard = Nee).
• Deurbel Functie (Deurbel functie aan)
Deze parameter bepaalt of de deurbel functie in het systeem actief is (standaard = Nee).
• Wacht op draadloos
Deze parameter bepaalt of er gewacht wordt totdat draadloos beschikbaar is (standaard = Nee).
• Inschakelen met tijdschema
Deze parameter bepaalt of er een tijdschema actief is voor controle in uitschakel rechten (standaard = Nee).
• Multiple Blok weergave
Deze parameter bepaalt of bij het inschakelen van aparte blokken dat deze als multiple blok weergegeven
worden (standaard = Nee).
• Uitschakelen Inlooptijd (uitschakelen blokken in inloop vertraging)
Het automatisch uitschakelen van blokken waarbij de inlooptijd actief is na het invoeren van een geldige
toegangscode. Bij een risico locatie waarbij individuele blokken uitgeschakeld moeten worden, zal de gebruiker
na het invoeren van een geldige toegangscode het blok waarbij de inlooptijd actief was uitgeschakeld worden.
Dit geeft de gebruiker alle tijd om te bepalen welke andere blokken ook uitgeschakeld dienen te worden
(standaard = Nee).
• EEI user Management
Deze parameter bepaalt of de EEI geactiveerd moet worden (Standaard = Nee)
2. Hoofd Code
Met de hoofdcode kunnen andere toegangscodes worden geprogrammeerd. De standaard instelling is [1234] voor
de 4-cijferige optie en [123456] voor de 6-cijferige optie. Een nieuwe code kan bestaan uit de cijfers 0 t/m 9.
3. Installateurcode
Om de installateur programmering binnen te gaan, moet een geldige installateurcode worden ingevoerd. De
fabriekinstelling is [9876] voor de 4-cijferige optie en [987654] voor de 6-cijferige optie. U dient de standaard code
te wijzigen om de veiligheid van het systeem te garanderen.
4. Geblokkeerd
In deze parameters worden het aantal foutieve codes en de bediendeel blokkeertijd geprogrammeerd:
• (0) Aantal Foutcodes
In deze parameter wordt het aantal foute codes voordat het paneel blokkeert geprogrammeerd. Nadat het
bediendeel geblokkeerd is geweest zal het afhankelijk van de systeem optie "Reset FT codes" steeds
blokkeren na 1 foutieve code totdat een geldige code wordt ontvangen. Geldige waarden zijn 003 tot 010
(standaard = 010).
• (1) Blokkeringstijd
Pagina
20
van 58
Technische en functionele specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave