Samenvatting van Inhoud voor ASB-Security ccsMuSDO CertiProtectOne CCS5000
Pagina 1
Installatie Handleiding CCS5000 Document Versie 2.14 Software Versie 2.44 Gebruik minimaal WinCCS versie 5.21 om de centrale te programmeren Technische en functionele specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd...
1 Introductie De informatie in dit handboek in combinatie met de informatie uit de gebruikershandleiding stelt u in staat de ccsMuSDO inbraakbeveiligingssysteem te installeren, te bedienen en te configureren. Pagina van 58 Technische en functionele specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd...
2 Specificaties CCS5000 Specificaties ccs16IP-G3 Aantal blokken Aantal bediendelen Aantal zones standaard Aantal zone typen 22 (19 programmeerbare zone configuraties) Type zone configuraties NO / NC / EOL / DEOL / DEOL AntiMask Uitgangen standaard 2 OC, 50mA Uitgangen high current 2 (bewaakte sirene- en flitslichtuitgang, 13 VDC, 750mA) Aantal uitgang functies Gebruikerscodes (4/6 cijferig)
• Protocol SIA (level 3); • 4 PAC’s met account code; • Afzonderlijke rapportering van iedere geselecteerde blok/systeem naar ieder PAC; • Optioneel GPRS back-up. Systeemcontrole functies: Het CCS5000 controleert continu een aantal mogelijke storingen zoals: • Netspanning uitval (AC) per voedingmodule; •...
Pagina 7
gebieden) en wordt via een 4-draads aansluiting met de databus verbonden. CCS4200: Mbus Kaartlezer De kaartlezer ondersteund Mifare kaarten en wordt via een 4-draads aansluiting met de databus verbonden. De kaartlezer bezit een ingebouwde piëzo-elektrische zoemer. CCS3500: Mbus Deurinterface Deze expander kan gebruikt worden om maximaal 2 wiegand proximity lezers en maximaal 2 deur sloten aan te sluiten.
3 Installatie Als een beveiligingsinstallatie gebruik maakt van meerdere modules, dan is het aan te raden eerst op papier een overzicht te maken. Dit overzicht maakt het mogelijk om de communicatiebus (Mbus) efficiënter aan te leggen. Bij het installeren van een beveiligingsinstallatie dienen de volgende stappen te worden doorlopen: STAP 1: Situatie uitwerken Maak een schets van het gebouw en duid daarop alle componenten zoals detectoren, bediendelen, alarmgevers enz.
Afbeelding: Een overzicht van CCS5000 3.1.1 Beschrijving aansluitpunten CCS5000 Hieronder volgt een beschrijving van de aansluitpunten van de CCS5000 PCB (Printed Circuit Board). Pagina van 58 Technische en functionele specificaties kunnen zonder voorafgaande mededeling worden gewijzigd...
Pagina 10
Afbeelding: De aansluitingen van de CCS5000 PCB • DC in De voedingspanning t.b.v. het CCS5000 is 24VDC, het CCS5000 wordt standaard gevoed middels de bijgeleverde voedingsadapter, aan de primaire zijde van de trafo bevindt zich een 230V aansluitblokje met zekering (1A). De apparatuur moet worden aangesloten achter een dubbelpolige schakelaar.
Deze programmeerbare sirene-uitgang kan maximaal 750mA bij 13VDC leveren. Standaard wordt deze uitgang gebruikt voor de sirene. Deze uitgang kan afhankelijk van de programmering worden bewaakt. In dat geval moet de uitgang worden afgesloten met een weerstand van 1KΩ (op eindpunt). Op deze manier kan de bekabeling van de PCB tot eindpunt worden bewaakt.
• D8 - [A] Watchdog (Blauw) Deze blauwe indicator geeft de status van het watchdog circuit weer. Normaal zal deze indicatie continu oplichten of knipperen. • D9 – [B] Gereserveerd (Groen) Gereserveerd voor toekomstig gebruik. • D10 - [C] GPRS -indicatie voor netwerk-beschikbaarheid (Rood) Deze LED geeft informatie betreffende de netwerkbeschikbaarheid en belstatus.
3.2.3 Mbus-configuratie Afbeelding: Mbus-configuratie 3.2.4 Mbus referentieniveau instelling Om een juist referentieniveau op de Mbus te creëren, moet op één module in de Mbus de “Pull up 750Ω” en “Pull down 750Ω” jumpers worden geplaatst. Geadviseerd wordt (dit is ook de fabrieksinstelling) deze jumpers op de ccsMuSDO centrale te plaatsen.
• de lengte van de kabel. De karakteristieke weerstandswaarde van de kabel wordt opgegeven door de fabrikant van de kabel. De waarde is ondermeer afhankelijk van de aderdiameter, het geleidend medium, soort kern (soepel of vast). De stroom die door de kabel loopt, moet bij de berekening bepaald worden in het meest ongunstige geval (worst case).
Opstarten van het systeem Wanneer de bedrading van alle modules en bediendelen is voltooid, moeten deze in het systeem worden ingelezen. Sluit de accu en daarna de 230V aan, op de bediendelen zal het ESN nummer- en software versien van het bediendeel verschijnen.
ingelezen of als modules defect zijn. Om een module te wissen, gaat u als volgt te werk: 1. Ga in de installateur programmering door het bediendeel commando [Enter] [Installateurcode] in te voeren; 2. Selecteer m.b.v de [<] [>] toetsen het module menu en druk op [Enter]; 3.
4 Programmeren In dit hoofdstuk van de handleiding wordt beschreven hoe u het installatieprogramma oproept en hoe u de verschillende parameters kunt programmeren. OPMERKING: Het is belangrijk dat u het volgende hoofdstuk leest om volledig inzicht te verkrijgen in de programmering van het systeem. Het installatieprogramma oproepen Het installatieprogramma wordt gebruikt om alle opties van het paneel te programmeren.
║1 UITLOOPTIJD ║ x═════════════════════x Druk [Enter] Scroll naar… x═════════════════════x ║UITLOOPTIJD ║ ║090 SECONDEN ║ x═════════════════════x Voer de nieuwe uitlooptijd in. Het display gaat terug naar de weergave „1 UITLOOPTIJD”. Voer [Escape] in om naar het voorgaande menu te gaan en om de installateur programmering te verlaten. De pijltoetsen (<>)rechts in het display geven aan dat er meerdere menu items of programmeer adressen zijn.
Pagina 19
• 2. Hoofd Code • 3. Installateurcode • 4. Geblokkeerd • 5. Vertragingen • 6. PAC connecties • 7. Externe toegang • 8. Menu Timeout • 9. WUI mCCS Sleutel • 10.TX limiet Vanuit het “SYSTEEM MENU” krijgt u toegang tot bovenstaande items. 0.
Pagina 20
Deze parameter bepaalt of een sabotage melding de sirene activeert (standaard = Nee). • Looptest sirene (Looptest activeert sirene) Deze parameter bepaalt of bij een looptest de sirene kortstondig wordt geactiveerd bij een geslaagde zonetest (standaard = Nee). • Reset Pogingen (Reset aantal foutieve gebr. codes) Deze parameter bepaalt of na een bediendeelblokkering het aantal foutieve codes wordt gereset naar het oorspronkelijke aantal.
Dit is de tijd waarin het bediendeel geblokkeerd zal blijven na het invoeren van een geprogrammeerd aantal verkeerde codes. Geldige waarden zijn 002 t/m 120 minuten (Standaard = 002). 5. Vertragingen In deze parameter worden diverse “systeem” vertragingstijden geprogrammeerd: • (0) 230V Disp Tijd (230V display vertraging) De storingsweergave wordt vertraagd voor de geprogrammeerde tijd (000 tot 010 minuten).
Pagina 22
Hieronder volgt een omschrijving van de opties: 0. Zoek op naam In dit menu kan een bestaande module worden geselecteerd, waarna de configuratie van deze module kan worden gewijzigd. 1. Toevoegen / 2. Bevestigen Vanuit deze menu’s kan een nieuwe module worden ingelezen of een bestaande module worden bevestigd. De Bevestigen functie wordt gebruikt om een module in het systeem te identificeren.
2,4A.(standaard = 500mA). • Module Versie In het display wordt het versienummer van de module getoond • Supervisie tijd Deze optie wordt zichtbaar als een Pyronix module geselecteerd is. In deze optie kan de supervisie tijd ingesteld worden. (Standaard = 12 uur). 5.
• 2. Deact Au ins. signa Het bediendeel zal voor x tijd een attentie signaal geven dat het gebied ingeschakeld gaat worden. BEDIENDEEL programmering Bij het programmeren van de bediendelen worden de volgende parameters gebruikt: • 0. Naam bediendeel; • 1. Functietoetsen; •...
Pagina 26
Deze toets biedt de gebruiker een gemakkelijke methode om het alarm geheugen menu in te gaan. • Looptest LED Deze toets biedt de gebruiker een gemakkelijke methode om de looptest-LED op detectoren voor 5 minuten te activeren. Nadat deze functietoets is ingedrukt dient een geldige toegangscode te worden ingevoerd. •...
mogelijkheid om deze uit te stellen. Het bediendeel geeft namelijk aan d.m.v. een voorsignalering geluid dat er handmatig in/uit geschakeld moet worden. 3. SIA codes In deze parameter kan de transmissiecode voor de calamiteitentoetsen worden aangepast. Zie bijlage D voor de standaard transmissiecodes voor de verschillende zonetypen.
Pagina 28
Dit type wordt voornamelijk toegepast bij bewegingsdetectors en is voorzien van de standaard uitloopvertraging. Wordt het pand betreden via de in- / uitlooproute dan geldt voor deze zone dezelfde inloopvertraging als bij de vertraagde zones in de in- / uitlooproute. Wordt de groep als eerste geactiveerd dan zal direct alarm worden gegeven.
Pagina 29
Wanneer een groep met deze instelling wordt aangesproken, zal het toegekende blok inschakelen. Zodra de groep in rust is, wordt het blok weer uitgeschakeld. • (21) Alleen deurbel (deurbel) Zone functioneert als deurbel. • (22) Sleutelschakelaar aanwezig Puls Via een puls sleutelschakelaar kan het toegekende blok aanwezig worden in en uitgeschakeld. •...
Pagina 30
Bepaalt of de deurbel geactiveerd is. • Stroombesparing uit Om de draadloze sensoren Pyronix/GE (Niet Pyronix V2) niet in de stroombesparing stand te zetten. Dit is bijvoorbeeld gewenst als een draadloos deurcontact als deurbel moet fungeren. Let op: Bij Pyronix V2 moet deze optie ook aangezet worden als een draadloos deurcontact moet fungeren als deurbel.
Pagina 31
23 Sleutelschakelaar aanwezig Status 3. Ingangconfiguratie De volgende ingangconfiguraties zijn beschikbaar: • Normaal gesloten (NC) • Normaal open (NO) • Enkele eindweerstand (EOL) (1K, 2K2, 2K7, 3K, 3K3, 4K7, 5K6) • Dubbele eindweerstand (DEOL) (1K, 2K2, 2K7, 3K, 3K3 4K7, 5K6) •...
Pagina 32
Antimask OPMERKING: Geadviseerd word 1% weerstanden te gebruiken. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende configuraties met het bijbehorende aansluitschema. De zoneconfiguratie is per zone in te stellen. Normaal gesloten lussen (NC) Normaal open lussen (NO) Enkelvoudige EOL-lussen OPMERKING: Voor deze configuratie kan worden gekozen wanneer er gebruik wordt gemaakt van NC- (normaal gesloten) of NO- (normaal open) detectoren of contacten.
Dankzij dubbele EOL-lussen kan middels het paneel worden opgemaakt of de groep in alarmsituatie verkeert, gesaboteerd of defect is. OPMERKING: Deze optie kan alleen worden toegepast wanneer normaal gesloten (NC) detectoren of contacten worden gebruikt. Hieronder vindt u een overzicht van de status van de groep in de mogelijke toestanden met de 5K6 weerstandsconfiguratie: Lusweerstand Lusstatus •...
Pagina 34
• 3. Subfunctie / programmering; • 4. Blokken; • 5. Module-info. Vanuit het uitgangen programmeermenu krijgt u nadat u een uitgang heeft geselecteerd toegang tot bovenstaande items. Het selecteren van een zone kan ook door het 3-cijferig zonenummer in te toetsen. 0.
Pagina 35
geselecteerd. De uitgang wordt geactiveerd wanneer de zone in fout/storing komt en gedeactiveerd zodra de zone weer in rust komt. Het zone nummer wordt geprogrammeerd in de sub-functie programmering. (000 voor alle zones) • (15) Zone-sabotage Deze uitgang wordt geactiveerd wanneer een geselecteerde zone een sabotagemelding genereert. Elke zone kan worden geselecteerd.
De uitgang zal geactiveerd worden wanneer het systeem niet ingeschakeld is, of wanneer het systeem in alarm is of gedurende de in en uitloop tijd. • (35) Zone antmask of alrm (Zone antimask or alarm) De uitgang zal geactiveerd worden wanneer er een zone in alarm of in antimask staat. 2.
Pagina 37
(hh:mm) en eindigen (hh:mm). 3. Dagen v/d week In deze parameter geeft u aan op welke dagen v/d week het schema van kracht moet zijn. Toets het nummer van de dag in waaraan u de taak wilt toekennen Onder de dagletter verschijnt “Enter”. Om de toekenning te verwijderen kunt u nogmaals het nummer intoetsen.
x═════════════════════x Hierna kan de datum worden ingevoerd en worden bevestigd middels de [Enter] toets. Indien de parameter wordt verlaten met de [Escape] toets blijft de data ongewijzigd. Indien u 1 dag in het schema wilt opnemen voert u 2x dezelfde datum in. Om een regel te verwijderen, voert u 00/00 t/m 00/00 in.
Pagina 39
• ATS 5 GPRS • AOIP CUSTOM • AOIP CUSTOM GPRS • 1. Pac ID: Het aansluitnummer bij de PAC bestaande uit 6 digits. Is het aansluitnummer korter dan 6 digits dan dient het PAC ID voorafgegaan te worden met extra nullen (standaard = 000000) •...
Pagina 40
ingevoerd. (standaard = internet) • 2. GPRS Gebruikernaa (Gebruiker) In deze parameter kan de gebruikernaam van de GPRS-kaart worden ingevoerd. (standaard = guest) • 3. GPRS Wachtwoord (Paswoord) In deze parameter kan het paswoord van de GPRS-kaart worden ingevoerd. (standaard = guest) •...
• 2. RMS poort nr. (standaard = 4433) 4. NTP Server Settings Met deze parameters kan het IP-adres van een Network Time Protocol worden ingevoerd, deze wordt gebruikt tijdens opstarten en om periodiek de tijd te synchroniseren. • 0. IP adres (standaard = 193.067.079.202) •...
Pagina 42
keuze en (de)activeer de uitgang middels de [Enter] toets. Na het verlaten van de installateur programmering zullen de uitgangen elk weer de toestand aannemen zoals die was voordat de installateur programmering werd opgeroepen. 3. Bevestig sabotage / storing Indien de systeeminstelling “Bevestig sabotage / storing” is geactiveerd, kan middels deze functie de sabotage / storing door de installateur worden bevestigd.
• Application Image • HTTP Image • Kernel Image 6. Herstart Voor bepaalde instellingen in het communicatie menu is het nodig het systeem opnieuw op te starten. Zodra u deze functie heeft geselecteerd verschijnt op het scherm de boodschap „Herstart Syst., Zeker weten [Enter] ”; Druk op [Enter] om deze functie te bevestigen of op [Escape] om de functie te annuleren.
5 Toegangsverlening Introductie Toegangsverlening biedt opties voor het beheren van de toegang tot verschillend gebieden in een gebouw. Via een kaart heeft een persoon toegang tot bepaalde deuren in een bepaald tijdsbestek in een gebouw. Instellingen Om toegangsverlening te activeren moeten er een aantal instellingen plaatsvinden. Deze zijn als volgt: •...
Pagina 45
0. KAART NAAM (Enter) Voer in Kaart 1 (Enter) 3. GEBRUIKERS Selecteer Gebruiker A (Enter) Gebruiker A aan groep Medewerkers koppelen GEBRUIKERSMENU (TOEGANG CTRL) 4. GEBRUIKERSGROEPEN (Enter) 1. VOEG GEBRUIKERSGROEP TOE (Enter) Voer in Medewerkers (Enter) 1. GEBRUIKERS (Enter) Selecteer Gebruiker A (Esc) 3.
Pagina 46
Voorbeelden van toegangscontrole Voorbeeld 1: Situatie: Ruimtes: • Opslag • Kantoor Gebruikers: • Bewaker. Rechten: • Bewaker mag de ruimte Kantoor en Opslag binnengaan wanneer de corresponderende blokken zijn uitgeschakeld. • Bewaker mag de ruimte Opslag binnengaan wanneer de corresponderende ruimte is ingeschakeld. •...
Pagina 47
Additionele stappen: 1. Het systeem verifieert dat de optie “Uitschakelen” van de toegangskaartlezer is geselecteerd. 2. Het systeem verifieert dat de optie “Uitschakelen” van de Gebruiker is geselecteerd. 3. Het systeem verifieert of het blok zowel verbonden is met de Gebruiker als met de Deur. In het geval of de Bewaker: De bewaker is verbonden met Blok 1 en Blok 2.
Pagina 48
• Deurgroep 2 correspondeert met Deur B dat toegang geeft tot Bedrijf B en Deur C dat toegang geeft tot de Hal. Gebruikersgroepen: • Gebruikersgroep Bedrijf A bevat Medewerker A en is verbonden met Deurgroep 1 en Blok 1 • Gebruikersgroep Janitors bevat de gebruiker Janitor en is verbonden met zowel Deurgroep 1 en Deurgroep 2 maar niet met Blokken.
6 Draadloos GE Op het systeem kan 1 draadloos GE ontvanger (1-weg 868Mhz) met draadloze sensoren / keyfobs worden aangesloten. Raadpleeg de installatie handleiding Opsteek module GE hoe de GE draadloze ontvanger aangesloten dient te worden. Voeg de GE draadloze ontvanger module toe aan het systeem via het menu: Hoofmenu / module menu / toevoegen.
7 Draadloos Pyronix Op het systeem kunnen 2 draadloze Pyronix ontvangers (2-weg 868Mhz) worden aangesloten met elk draadloze sensoren en keyfobs. Raadpleeg de installatie handleiding „Expansiemodule Pyronix/X-10” hoe de Pyronix draadloze ontvanger aangesloten dient te worden. Voeg de Pyronix draadloze ontvanger module toe aan het systeem via het menu: Hoofdmenu /Module Menu /Toevoegen.
8 Draadloos Pyronix V2 Op het systeem kunnen draadloze Pyronix V2 ontvangers worden aangesloten met elk draadloze sensoren en keyfobs. Raadpleeg de installatie handleiding „CCS1700 Mbus Pyronix ontvanger V2” hoe de Pyronix V2 draadloze ontvanger aangesloten dient te worden. Voeg de Pyronix V2 draadloze ontvanger module toe aan het systeem via het menu: Hoofdmenu /Module Menu /Toevoegen.
9 Poorten Overzicht Hieronder is een overzicht welke poorten er gebruikt worden door de CCS5000. Functie Soort Poort Nummer Protocol Richting Alarm 31000 Uitgaand AL1 – AL0 31001 Uitgaand Verification of Performance 32000 Uitgaand Remote Management Server RMS 4433 Uitgaand Update Server TFTP Uitgaand...
10 Algemene Informatie GARANTIE BEPALING De garantie van de CCS5000 komt direct te vervallen wanneer de CCS5000 in mechanische of elektronische zin wordt gewijzigd. Dit is ook van toepassing wanneer de montagegaten worden beschadigd (opgeboorde gaten kunnen de multiple layer print intern beschadigen). Reparatiezendingen dienen retour te worden gestuurd in de originele antistatische verpakking.
11 BIJLAGE A STORINGEN Het systeem controleert zichzelf continu op verschillende storingen. Als zich een storing voordoet, zal de LED „Storing” gaan branden en het bediendeel om de 10 seconden een “biep”-geluid laten horen. Voor de weergave van storingen toetst u [<]. Door de storing middels het storing weergave menu te bekijken wordt de “biep”...
12 BIJLAGE C SIA-TRANSMISSIECODES Transmissiecodes Code wordt verzonden indien: SIA standaard codes [B] toets Alarm / Herstel Brand alarm via toetsen codebediening FA-0000 / FH-0000 [H] toets Alarm / Herstel Hulp alarm via toetsen codebediening MA-0000 / MH-0000 [P] toets Alarm / Herstel Paniek alarm via toetsen codebediening PA-0000 / PH-0000 Dwang alarm...
Pagina 56
interieur,interieur vertraagd, interieur afwezig, interieur vertraagd, interieur afwezig met vertraging standaard brand, vertraagd brand FA / FR FT /FJ FT /FJ FB / FU 24Hr sabotage TA / TH TA / TR TT / TJ TB / TU 24Hr sirene, 24Hr Sirene/Zoemer, BA / BH TA / TR BT / BJ...
Pagina 57
QB/QU Emergency Bypass Overbruggen Noodoproep BB/BU Burglary Bypass Overbruggen Inbraak WB/WU Water Bypass Overbruggen Wateroverlast ZB/ZU Freeze Bypass Overbruggen Vriezer GB/GU Gas Bypass Overbruggen Gas KB/KU Heat Bypass Overbruggen CV UB/UU Untyped Bypass Overbruggen van een onbekend type TB/TU Tamper Bypass Overbruggen Sabotage In-/Uitschakelen Betekenis (Eng.)
Pagina 58
Local Programming Denied Toegang tot de programmering geweigerd Local Programming Successful Programmering geslaagd Local Programming Failed Programmering niet geslaagd Listen-In Begin Start Inluisteren Listen-In Ended Einde Inluisteren Remote programmer call failed Geen Up-/Download communicatie mogelijk Remote program start Start Up-/Download Remote Program denied Up-/Download toegang geweigerd Remote Program success...