Aansluiting met gescheiden leidingen
Het apparaat kan worden aangesloten op een
systeem met gescheiden lucht/rookgaspijpen
met wand- of dakuitgang, zoals op de tekenin-
gen 10-11 is afgebeeld. Op aanvraag zijn talrijke
accessoires verkrijgbaar om aan de verschil-
lende installatievereisten te voldoen. De meest
gebruikte componenten worden weergegeven
in de tabellen 7 - 8 - 9 - 10. Raadpleeg de cata-
logus met de accessoires voor de rookgassen
of de prijslijst voor overige componenten.
Om na te gaan of de maximaal toegestane
lengte van de pijpen niet overschreden wordt,
is een eenvoudige rekensom vòòr de installatie
voldoende:
1. Voor elke component wordt in de tabellen
7 - 8 - 9 - 10 het belastingverlies vermeld,
"equivalent in meter-lucht", afhankelijk van
de plaats waar de component in kwestie
geïnstalleerd wordt (op de luchtaanzuiging
of op de rookgasafvoer, verticaal of hori-
zontaal).
Het verlies wordt "equivalent in meter-
lucht" genoemd, aangezien het in verhou-
ding staat tot het verlies van een stuk pijp
van een meter lengte op de luchtaanzuiging
(gedefinieerd als gelijk aan 1). Een bocht
van 90° met Ø80 op de rookgasafvoer heeft
bijvoorbeeld een equivalent verlies van 2,5
meter-lucht, d.w.z. dat het een verlies heeft
dat gelijk is aan dat van een recht stuk pijp
van 2,5 meter op de luchtaanzuiging.
2. Als het schema van het verdubbelde schoor-
steensysteem eenmaal bepaald is, telt u de
verliezen in equivalente meter (al naar ge-
lang de plaats van installatie) van alle com-
ponenten en accessoires die deel uitmaken
van het systeem bij elkaar op.
3. Ga na of het totaal berekende verlies min-
der is dan of gelijk aan 50 equivalente me-
ter, d.w.z. het maximaal toegestane verlies
voor dit model verwarmingsketel.
Als het gekozen schoorsteensysteem
de maximaal toegestane lengte over-
schrijdt, wordt geadviseerd om voor
enkele gedeeltes pijpen met een gro-
tere diameter te kiezen.
48
DOMIcompact F 30 D
afb. 10
afb. 11