Lokale installatie
Voorbereiding:
1.
Zorg ervoor dat alle servers en switches uitgeschakeld zijn en dat aan
elke KVM-switch een uniek BANK-adres is toegekend.
2.
Zet de KVM-over-IP Switch voor het MKB en alle secundaire KVM-
switches op de gewenste plaats.
3.
Sluit de console-monitor, het console-toetsenbord en de console-muis
aan op de consolepoorten van de KVM-over-IP Switch voor het MKB.
Raadpleeg het hoofdstuk "De console aansluiten op de switch" op
bladzijde 14.
De primaire en secundaire KVM-switches aansluiten:
1.
Neem de daisychainkabel (artikelnummer F1D108-CBL-XX) en sluit
het ene uiteinde ervan aan op de daisychainpoort van de KVM-over-IP
Switch voor het MKB.
2.
Sluit vervolgens het andere uiteinde van de daisychainkabel aan op de
"Primary Input/Secondary Output"-poort (Primaire ingang/secundaire
uitgang) van de eerste secundaire KVM-switch (BANK 01).
3.
Als u secundaire units wilt toevoegen, sluit u het ene uiteinde van de
daisychainkabel aan op de "Secondary Input"-poort (Secundaire ingang)
van de secundaire KVM-switch en het andere uiteinde op de "Primary
Input/Secondary Output"-poort (Primaire ingang/secundaire uitgang) van
de volgende KVM-switch (bijvoorbeeld BANK 01).
4.
Herhaal stap 3 voor elke extra KVM-switch die u wilt toevoegen aan de
daisychainconfiguratie.
26