Central remote controller
(2) Aansluiten op externe apparatuur (digitale I/O-signaalkabel)
■ Verbinden met externe apparatuur
Naam
I/O-item
Statusuitvoer
Digitaal
I/O-
aansluiting
Regelinvoer
* Sluit de kabels zo aan dat de gebruiker de stroomtoevoer niet rechtstreeks aanraakt.
* Gebruik aan de apparatuurkant een in principe geïsoleerd stroomcircuit en plaats het op een plaats waar de gebruiker het
niet kan aanraken.
●
OPMERKING
• Sluit het apparaat niet rechtstreeks aan op de primaire zijde van de stroomtoevoer.
Zorg ervoor dat er een stroomonderbreker of een meerpolige isolatieschakelaar (met een contactafstand van minstens
3 mm) aan de primaire zijde van de stroomtoevoer is geïnstalleerd.
• Draai de schroeven met een koppel van 0,5 N•m op de aansluiting vast.
-NL
6
Invoer normaal
Niet in gebruik
Regelinvoer
Invoer alles
starten
Invoer alles
stoppen
Deze zijde van de unit
I/O-voorwaarden
Alarmuitgang
Bedrijfsuitgang
Geen spanning contact A
Statisch
Contact toegestane
spanning/stroom
24 V DC/35 mA
Invoer alles stoppen
Invoer alles starten
Geen spanning contact A
Puls of
statisch
Er moet een
potentiaalvrij contact
worden geselecteerd dat
compatibel is met zeer
kleine stroom
5 V DC/3 mA
—
COM
COM
DO2
DI3
DO1
DI2
U1
DI1
U2
Circuit
Naam aansluiting
Alarm
In werking
Uitvoer normaal
5 V
Alles stoppen (+)
5 V
Alles beginnen (+)
Invoer normaal (-)
COM
Installatiehandleiding
Uitvoer normaal
Statusuitvoer
Bedrijfsuitgang
Alarmuitgang
Gereedschapszijde
Circuitvoorbeeld
voorwaarden
Digitaal
Ingang
(Puls of statisch)
Pulsbreedte:
(Puls of statisch)
300 ms of
meer
I/O-