6
2.
Hoofdcomponenten
2.1
Automatische luchtkleppenregulateur
De automatische luchtklep regelt de temperatuur in het koelvak, de temperatuurregelaar van het
koelelement de temperatuur van het vriesvak.
De temperatuur in het koelvak wordt door een luchtkleppeneenheid constant gehouden. Deze eenheid
bevindt zich aan de achterkant van de temperatuurregelaarkast. De luchtklep opent of sluit als de
luchttemperatuur verandert. De regulateur voor het koelvak werkt via een stang en een tandwiel op de
luchtkleppenregulateur.
Als de regulateur voor het koelvak op "warmer" wordt gezet, dan wordt de toestroom van koude lucht
naar het koelvak verminderd. De temperatuurregeling van het vriesvak laat de temperatuur bij het
verwarmen langzaam stijgen, maar bij het koelen snel dalen. Hierdoor wordt de compressorlooptijd die
nodig is voor het bereiken van een tevredenstellende vriesvaktemperatuurregeling kort gehouden.
2.1.1
Controleren van de automatische luchtkleppenregulateur
1.
De stekker van het apparaat uit het stopcontact trekken.
2.
De deur van het koelvak openen en het bovenste vak leegmaken.
3.
De regulateur voor het koelvak op de "koudste" stand zetten.
4.
De beschermkap van de lamp halen door de kap aan de achterste hoeken naar beneden te
trekken en vervolgens naar voren te schuiven.
5.
Vastzetschroeven van de frontbekleding verwijderen. De vastzetschroef van de regelaarkast
losschroeven. Deze bevindt zich onderaan in het midden van de achterkant. De regelaarkast
vervolgens naar rechts schuiven en dan naar onderen brengen.
6.
De elektrische steekverbinding uit de temperatuurregelaarkast trekken.
7.
De temperatuurregelaarkast uit de koelkast halen en op een vlak werkoppervlak leggen.
8.
De zekering voor de stang van de automatische luchtkleppenregulateur, de stang zelf en het
tandwiel van de schuifregelaar uit de luchtkleppenregulateur halen.
9.
De regelaarkast in de andere richting draaien.
10.
De twee vastzetschroeven van de luchtkleppenregulateur losschroeven en deze uit de
regelaarkast halen.
11.
De stang van de automatische luchtkleppenregulateur markeren op circa 6mm van de behui-
zing.
12.
De capillaire buis van de luchtkleppenregulateur ongeveer 100mm ver afwikkelen.
13.
De capillaire buis in een glas met ijs (geen water) dompelen. Kijk of de klep zich in positie
"gesloten" beweegt.
14.
De capillaire buis uit het ijs halen en met de hand opwarmen. Kijk of de klep weer terugkeert.
15.
Als de klep niet correct beweegt moet de regulateur worden vervangen.
Servicehandboek KE 650-2-2T
Alleen voor intern gebruik