Inhoudsopgave
Advertenties
Installatie en Onderhoud
6. Schuif nu de twee hoofdmembranen samen op hun plaats (Fig.
5)
7. Wanneer de hoofdmembranen goed op hun plaats zitten, duw
dan de onderste membraankamer omhoog en bevestig ze met
de M12 bouten en moeren (26). Aanspannen tot 95Nm.
8. Span de lange wartelmoer (27) weer stoomdicht aan.
9. Stel de overstortregelaar weer in bedrijf volgens hoofdstuk 2.
5.9. Nazien of vervangen van de hoofdklep
1. Isoleer de overstortregelaar en maak hem drukloos.
2. Schroef de wartelmoeren (18a) en (16a) los en verwijder de
roestvrijstalen buisjes.
3. Schroef de moeren (11) los en verwijder het servoklephuis (30)
samen met het veerhuis.
4. Verwijder de veer (20) en de hoofdklep (21).
5. Schroef de zitting (22) van de hoofdklep los met behulp van
een dopsleutel (zie tabel 2).
Tabel 2
DN
DN15,15LC
DN20
DN25
DN32
DN40
DN50
6. Wanneer klep en zitting slechts weinig ingesleten zijn, dan
kunnen zij op een vlakplaat gelapt worden met een weinig fijne
rodeerpasta.
7. Zijn zij nochtans te ver ingesleten, dan moeten zij vervangen
worden. Daar de klep en zitting niet geleverd worden als een
op elkaar gerodeerd stel, is het niet absoluut noodzakelijk ze
beide te vervangen.
8. Zorg ervoor dat de schroefdraad en draagvlak zuiver zijn en
monteer de klepzitting. Aanspannen volgens tabel 2.
9. Na rodage, of wanneer klep of zitting vervangen werden, zal
de klepstoter (23) herregeld worden om de juiste lichthoogte te
verzekeren.
10. Daartoe moet de membraankamer, klepstoter (23) en
klepstotervoet
(24)
gedemonteerd
procedure 3.8 (1,2 en 3).
11. Plaats de klepstoter met voet (23) en (24) en de hoofdklep (21)
terug. zie na of de klep wel degelijk op haar zitting rust.
12. De hoofdklep kan nu geopend worden door de klepstotervoet
naar boven te drukken tot hij het huis raakt. Controleer de
lichthoogte van de hoofdklep met behulp van een dieptemeter,
zoals getekend in fig.6.
13. Wanneer de lichthoogte niet overeenstemt met de waarde,
gegeven in de tabel, schroef dan de tegenmoer (25) los en
regel de lichthoogte door de klepstoter (23) verder in of uit de
klepstotervoet (24) te schroeven. Bij correcte lichthoogte moet
de tegenmoer (25) weer vastgeschroefd worden.
DN
DN15, DN15LC
DN20
DN25
DN32
DN40
DN50
IM-P004-05 / CTLS-BEn-08
Fig. 5
SW
Aanspanmoment
30 mm
110-120 Nm
36 mm
140-150 Nm
41 mm
170-180 Nm
46 mm
200-210 Nm
60 mm
230-240 Nm
65 mm
270-280 Nm
worden
volgens
Lichthoogte
14. Monteer het onderste gedeelte van de regelaar weer volgens
de procedure 3.8 (4 tot 8).
15. Verzeker er u van dat de afdichtingvlakken van het huis en van
het servoklephuis zuiver zijn. Plaats de hoofdklep (21) en
hoofdklepveer (20) terug (in de juiste stand).
16. Plaats de nieuwe dichting (19) en bevestig het servoklephuis
(30) op het huis met de moeren (11). Aanspannen volgens
tabel 1.
17. Monteer de roestvrijstalen controleleiding en impulsleiding
terug en schroef de wartelmoeren (18a en 16a) stoomdicht
vast.
18. Stel de overstortregelaar weer in bedrijf volgens de procedure
van hoofdstuk 2.
de
2,0 mm
2,5 mm
3,0 mm
3,5 mm
4,5 mm
5,0 mm
SDP143
- 5 / 11 -
Advertenties
Inhoudsopgave
