1. Algemene veiligheidsinformatie
De veilige werking van dit toestel kan slechts worden gewaarborgd
als het correct is geïnstalleerd, opgestart en onderhouden door
gekwalificeerd personeel (zie "Veiligheidsinstructies" op het einde
van dit document). Ook moet de algemene code van goede praktijk
bij buisleidinginstallaties, het gebruik van de juiste werk- en
veiligheidsapparatuur gevolgd worden
2. Algemene productinformatie
2.1. Algemeen
De SDP143 is een overstortregelaar in staal geschikt voor stoom,
perslucht en industriële gassen (niet geschikt voor zuurstof). De
voordruk wordt overgebracht naar de controlekamer onder het
servomembraan door de impulsleiding die gemonteerd wordt
tussen de toevoerleiding en de nippel 29 (zie ommezijde).
Overstortregelaar
Fig. 1
INSTALLATIE en ONDERHOUD
SDP143
2.2. Diameters en aansluitingen
DN15LC- lage capaciteitsversie, DN15, DN20, DN25, DN32,
DN40, DN50 en DN80. Geflensd volgens EN1092 PN40, BS 10
Table 'J', ANSI 300 en ANSI 150.
2.3. Druk/temperatuur limieten
Het product niet gebruiken in deze zone
Door de materiaalsterkte van de hoofdmembraankamer
mag het product niet gebruikt worden in deze zone
A-D-E:
Flenzen volgens EN1092 PN40 en ASME (ANSI)300
A-B-C:
Flenzen volgens ASME (ANSI)150
Nota:
Voor het regelen van de voordruk zijn twee gamma's mogelijk
naargelang van de veer waarmee de overstortregelaar is uitgerust.
Een kleurcode laat toe de verschillende veren te onderscheiden.
Rood
Grijs
Ontwerpvoorwaarden huis
Maximum toelaatbare druk
Maximum toelaatbare temperatuur
Minimum toelaatbare temperatuur
Maximum werkdruk
verzadigde stoom
Maximum toelaatbare werktemperatuur
Minimum toelaatbare werktemperatuur
Nota: Voor lagere temperaturen contacteer Spirax-Sarco
Maximum differentiële druk
Koudwaterdrukproef huis
Nota: max. testdruk met interne onderdelen
3. Installatie
3.1. Levering (Fig. 1)
Het toestel wordt volledig gemonteerd geleverd, klaar voor inbouw,
en
met
een
werkvoorwaarden, doch niet ingesteld op de gewenste druk.
3.2. Montage (Fig. 2)
De overstortregelaar moet steeds in een horizontale leiding
ingebouwd worden met de membraankamer naar onder gericht.
3.3. Diameters van de leidingen
De diameters van de leidingen, vóór en achter het reduceertoestel
zullen zó bepaald worden dat de stoomsnelheid 30 m/s niet
overschrijdt. Vaak zal een goed gekozen regelaar een nominale
diameter hebben die kleiner is dan deze van de leiding vóór en
achter het apparaat.
Wijzigingen voorbehouden
Stoom-
curve
Druk in bar
A-B-C
A-D-E
Beperkt tot 26 bar eff.
A-B-C
A-D-E
A-B-C
A-D-E
regelveer,
geschikt
voor
IM-P004-05
CTLS-BEn-08
3.5.2.110
van 0,2 tot 17 bar
van 16 tot 24 bar
PN40
17,2 bar eff. @ 40°C
300°C @ 26 bar eff.
0°C
14 bar eff.
26 bar eff.
300°C @ 26 bar eff.
0°C
14 bar eff.
26 bar eff.
60 bar eff.
40 bar eff.
de
opgegeven