5.8.4. Satelliet
Als u eerder als manier van signaalontvangst SATELLIET hebt geactiveerd, kunt u nu nog instellin-
gen vastleggen voor het type antenne.
Om het type antenne in te stellen, maakt u een keuze uit de onderstaande opties:
− DIRECT: Als u een enkelvoudige ontvanger en een satellietantenne hebt, kiest u dit type an-
tenne. Druk op de toets OK en selecteer vervolgens de gewenste satelliet (u kunt hier met de
toets OK ook de lijst met transponders openen). Druk daarna nog een keer op de toets OK
om het zoeken te starten. Beslis vervolgens of de lijst met zenders wel of niet geladen moet
worden.
− ENKELVOUDIGE SATELLIETKABEL: Als u verschillende ontvangers en een eenkabelsysteem
hebt, kiest u dit type antenne. Druk op de toets OK en leg alle noodzakelijke instellingen voor
SATELLIETPOSITIE 1/2, GEBRUIKERSBAND en BANDFREQUENTIE vast (u kunt hier met
de toets OK ook de betreffende lijsten met transponders openen). Druk daarna nog een keer
op de toets OK om het zoeken te starten. Beslis vervolgens of de lijst met zenders wel of niet
geladen moet worden.
− DISEQCSCHAKELAAR: Als u verschillende satellietantennes en een DiSEqC-schakelaar hebt,
kiest u dit type antenne. Druk op de toets OK en activeer de gewenste DISEQC-schakelaar
1 4 (u kunt hier met de toets OK ook de betreffende lijsten met transponders openen). Kies
dan nog de juiste VERSIE (DISEQC V.1.0 of DISEQC V1.1). Druk daarna nog een keer op de
toets OK om het zoeken te starten. Beslis vervolgens of de lijst met zenders wel of niet gela-
den moet worden.
Tijdens het zoeken krijgt u te zien hoe ver dit gevorderd is. Ook wordt aangegeven hoeveel tv- en
radiozenders er al zijn gevonden.
Druk daarna op OK om door te gaan.
Als het automatische opslaan van zenders is beëindigd, wordt er een televisiezender weergegeven.
De hier beschreven eerste installatie komt overeen met de optie EERSTE INSTALLATIE in
het menu INSTALLATIE.
6. Bedieningun
6.1. Zender kiezen
Om een zender te kiezen, drukt u op een van de toetsen P/ op de afstandsbediening, gebruikt
u de multifunctionele schakelaar MODE op het toestel (door indrukken en dan op en neer te bewe-
gen) of kiest u de zender direct met de cijfertoetsen.
Voor een getal dat uit twee of drie cijfers bestaat, moet u de cijfertoetsen in de juiste volgorde in-
drukken.
Door op de toets OK op de afstandsbediening te drukken, kunt u de lijst met zenders openen.
Selecteer daarna met de toetsen en de gewenste zender en druk op OK om de zender te
activeren.
6.2. Geluidsinstellingen
U kunt het geluid harder en zachter zetten met de volumetoetsen V/+ op de afstandsbediening
en met de volumemodus van de multifunctionele schakelaar MODE op het toestel.
U kunt het geluid helemaal uitschakelen en opnieuw inschakelen met de toets
schakelen).
Als u op de toets LANG. drukt, wordt het venster HUIDIGE TAAL geopend.
24
(geluid uit-