Montage- en instellingshandleiding cabinedeuren
Instelling haakgrendel
• De afstand (Y) tussen beide haakgrendels (3) en de grendelstanden (4) moet telkens
+1
2
mm bedragen. Evt. na het lossen van de borgmoeren (1) instellen
• De ingreepdiepte (W) van de haakgrendel (3) in de grendelstand (4) moet minstens 7 mm
bedragen, als het deurcontact schakelt, compleet vergrendeld minstens 10 mm
• Ervoor zorgen dat de borgmoeren (1) aangetrokken zijn en de borgplaten (2) ombuigen
3
4
54 / 75
2
1
2
4
Afb. 51
MEILLER Aufzugtüren GmbH
Montage
1
3