Inhoudsopgave
Advertenties
Montage- en instellingshandleiding cabinedeuren
5.2
Drempel monteren
Alle drempelbevestigingselementen zoals individuele consoles of doorlopende dragers dienen
door de klant te worden geplaatst. Deze moeten zo worden uitgevoerd dat de bevestiging van
de afscherming aan de drempelonderbouw kan gebeuren (zie 5.15 op pagina 67).
Bij de drempelbevestiging (1) dient met het volgende rekening te worden gehouden:
- Plaatsbehoefte voor hulpelement (zie 5.3)
- Plaatsbehoefte voor noodontgrendeling (zie 5.16)
- Plaatsbehoefte voor de bevestiging van de afscherming aan de drempelonderbouw (zie
5.15)
• Drempelbevestiging (1) zo aanbrengen dat deze zich conform maat X* onder de bovenkant
van de vloer (2) van de cabine bevindt
* Maat X = hoogte drempel met onderbouw (33), zie Afb. 1 en tabel
• Drempel uitlijnen
- Drempel centraal openende deur: centraal
uitlijnen. Het drempelmiddelpunt is met twee
boringen (32, Afb. 5) in de drempelonderbouw
gemarkeerd.
- Drempel eenzijdig openende deur: aan de
sluitkant uitlijnen. De sluitkant is met twee
boringen (32, Afb. 5) in de drempelonderbouw
gemarkeerd.
Drempeluitvoering
Aluminiumdrempel standaard/massief
Pura-drempel
Gravida staal / rvs
Gravida Plus
Gravida vuF
Segmentdrempel
1)
Bovenkant drempel - onderkant drempelonderbouw
2)
Bovenkant montagevloer
12 / 75
2)
OKF
min
MEILLER Aufzugtüren GmbH
2
O K
F
X
1
Afb. 4
1)
Maat X
30 mm
30 mm
31 mm
31 mm
31 mm
34 mm
Montage
33
Advertenties
Inhoudsopgave
