Inhoudsopgave
Advertenties
Montage
5.1.4 Bevestiging
Het deurkozijn moet aan alle resp. twee of drie zijden
- A.1 Dwarsbalk
- A.2 Drempel
- A.3 Dwarsbalk onder, openingszijde *
bevestigd worden. Het aantal bevestigingspunten varieert
afhankelijk van het deurtype en de afmetingen ervan.
Bij (A1) staan voor de bevestiging van de constructie (1, Afb. 3)
van de klant aan de dwarsbalk meerdere langgaten ter
beschikking.
Bij (A2) moeten principieel alle voorhanden bevestigingspunten
(boringen/langgaten) voor de bevestiging aan de
bevestigingspunten van de klant (bijv. consoles) gebruikt
worden.
De cabines moeten loodrecht, horizontaal en planparallel worden gemonteerd.
Aan de bevestigingspunten A.1 en A.2 kunnen voor de
bevestiging aan de cabine schroeven met een schroefdraad
van maximaal M10 worden gebruikt (dopgrootte 12 voor
dwarsbalk- en drempelbevestiging)
* De bevestiging A.3 is bij deze varianten aan te bevelen:
- Alle deuren in HD-uitvoering
- Alle deuren in standaarduitvoering met
- Glazen deurblad:
- TTK 28 K-4-Z
- TTK 31 alle TB
- TTK 32 alle TB
- Plaatdeurblad:
- TTK 28 K-4-Z
- TTK 31 K-3-R/L TB >= 1400
- TTK 32 K-6-Z
TB >= 1400
TB >= 2000
TB >= 2000
MEILLER Aufzugtüren GmbH
Montage- en instellingshandleiding cabinedeuren
A.3
A.1
A.2
Afb. 2
1
Afb. 3
11 / 75
Advertenties
Inhoudsopgave
