Storingen verhelpen
NL
8
Storingen verhelpen
INFO Storingen en fouten, die zich tijdens de dagelijkse werking voordoen, kunt u vaak zelf verhelpen. Zo bespaart u
tijd en geld, want u hoeft geen beroep te doen op de klantenservice.
Leef alle veiligheidsbepalingen en waarschuwingen na (zie hoofdstuk Veiligheid).
X
X
Storing
Bij de eerste ingebruikneming, na
een langere periode van niet-
gebruik of na het vervangen van de
gasfles: Geen branderontsteking.
Het gaskookveld vertoont geen
reactie (geen kalibratie van de
regelmotoren en geen ontsteking).
De gasbrander kan niet elektrisch
worden aangestoken.
U stelt een gaslucht vast.
Er komt geen gas uit de gasbrander. De gastoevoer is afgesloten.
De gasvlam dooft na ontsteking.
De gasvlam dooft tijdens gebruik.
Het vlampatroon van de gasvlam
verandert.
Eén kookzone of het volledige
kookveld schakelt zichzelf
automatisch uit.
Het powerniveau wordt automatisch
vroegtijdig afgebroken.
Op het centrale display van de
bedieningsknop is een met de klok
meedraaiend segment te zien
40
Oorzaak
Er bevindt zich lucht in de gasleiding.
Communicatiefout tussen bedieningsknop en
kookveld (bijv. bij stroomstoring).
De zekering of de zekeringsautomaat van de
woning- of huisinstallatie is defect of werd
geactiveerd.
De zekering of de zekeringsautomaat wordt
meermaals geactiveerd.
De stroomvoorziening is onderbroken.
De gasbranders zijn vochtig.
De gasbranderkoppen en/of -deksels staan
niet op de juiste plaats.
De elektrische ontsteking en/of thermostaat
zijn vuil.
Verontreinigingen in de gasbranderkop
Er is geen automatische ontsteking.
De gastoevoerleiding heeft een lek.
De gasfles is leeg (bij vloeibaar gas -> lpg).
De gasbranderonderdelen (branderkoppen
en/of -deksels) staan niet op de juiste plaats.
De gasuitstroomopeningen aan de
gasbranderkop zijn verontreinigd.
De bedrijfsduur van een kookzone is te lang.
De oververhittingsbeveiliging is in werking getreden. (zie hoofdstuk Beschrijving van het apparaat)
De oververhittingsbeveiliging is in werking getreden. (zie hoofdstuk Beschrijving van het apparaat)
Nadat de knopring erop werd gezet, bevindt
deze zich niet in de 0-stand.
.
Oplossing
Herhaal het ontstekingsproces indien nodig
meerdere keren. Dit kan via het aanraakvlak van
de bedieningsknop of door de bedieningsknop
naar de 0-stand te draaien en vervolgens het
vermogensniveau aan te passen.
Voer een reset (configuratiemenu C5) uit
(zie hoofdstuk Montage).
Vervang de zekering. Schakel de
zekeringsautomaat weer in. Neem eventueel
contact op met een elektricien.
Neem contact op met de klantenservice van
BORA.
Laat de stroomvoorziening door een elektricien
controleren.
Droog de gasbranderonderdelen
(zie hoofdstuk Reiniging).
Zet de gasbranderonderdelen op de juiste plaats
(zie hoofdstuk Reiniging).
Verwijder de verontreinigingen
(zie hoofdstuk Reiniging).
Reinig de gasbranderonderdelen
(zie hoofdstuk Reiniging).
Herhaal het ontstekingsproces via het
aanraakvlak van de bedieningsknop.
Schakel de gastoevoer uit en doof onmiddellijk
alle open vlammen. Neem onmiddellijk contact
op met uw gasinstallateur. Zorg ervoor dat
alle aansluitingen lekdicht zijn (zie hoofdstuk
Gasinstallatie).
Open de gastoevoer (zie hoofdstuk Bediening).
Vervang de lege gasfles door een volle. Let erop
dat u het juiste type gas neemt.
Zet de gasbranderonderdelen op de juiste plaats
(zie hoofdstuk Reiniging).
Reinig de gasbranderonderdelen (zie hoofdstuk
Reiniging).
Kookzone weer in gebruik nemen (zie hoofdstuk
Bediening).
Draai de bedieningsknop naar de 12-uurstand
(= 0-stand).
www.bora.com