Beschrijving van het apparaat
NL
Unit
Display
Display van
-
1
9
bedieningsknop
ß p
A
t
H
L
1 1
v
C
0
...
E
Tab. 4.1
Betekenis van de indicatoren
Knopbediening
Elke kookzone wordt geregeld met een bedieningsknop.
Door aan de knopring te draaien en door het aanraakvlak
aan te raken, regelt u de vermogensniveaus en de
functies van de betreffende kookzone (zie hoofdstuk
Bediening).
4.3
Werkingsprincipe
Wanneer een kookzone wordt ingeschakeld, wekt de
gasvlam warmte op die direct de onderkant van het
kookgerei verwarmt. De gasvlam wordt geregeld door
een uiterst precies elektronisch gasregelsysteem (e-gas-
systeem). Hierbij worden onder andere regelmotoren
gebruikt voor een nauwkeurige regeling van elke
gasbrander. Deze regelmotoren kalibreren zichzelf van tijd
tot tijd en dan treden er typische zoemgeluiden op, die
volstrekt normaal zijn en geen storing vormen.
Het grote voordeel van het elektronische
gasregelsysteem is dat het een optimale en
reproduceerbare warmteregeling biedt, m.a.w. de
gekozen vermogensniveaus zijn bij elk kookproces
hetzelfde. Bovendien is er bij elk vermogensniveau sprake
van een zuiver en constant oplopend vlampatroon. U
kunt het systeem indien nodig ook automatisch opnieuw
aansteken. Met behulp van de knopbediening regelt
u de vele bedieningsfuncties van het kookveld. De
vermogensregeling gebeurt via de vermogensniveaus
1 – 9 en P.
14
Betekenis
Vermogensniveaus
Powerniveau
Automatische aankookfunctie
Timerfunctie korte tijdsspanne
(eierwekker)
Restwarmte-indicator: kookzone
is uitgeschakeld, maar nog warm
(temperatuur > 60° C)
Kinderbeveiliging
Pauzefunctie
Warmhoudstand
Configuratiemenu
Kookveld wordt uitgeschakeld
Foutmelding (zie hoofdstuk
Storingen verhelpen)
4.3.1 Geschikt kookgerei
INFO Opwarm- en doorverhittingstijden van de bodem
van het kookgerei, alsook kookresultaten,
worden in doorslaggevende mate beïnvloed door
de opbouw en toestand van het kookgerei. Bij
kookgerei met een dikke bodem is er sprake van
een betere, gelijkmatigere warmteverdeling.
Kookgerei met deze aanduiding is geschikt voor
gaskookvelden.
Geschikt kookgerei bestaat uit:
Koper
Q
Q
Roestvrij staal
Q
Q
Aluminium
Q
Q
Gietijzer
Q
Q
Let op de afmetingen die in de tabel worden
X
X
aangegeven:
Positie brander
Aanbevolen
kookpotdiameter
Normale brander
140–200 mm
Sterke brander
180-240 mm
Tab. 4.2
Diameter van de kookpot
4.3.2 Vermogensniveaus
Het vermogen van de gaskookvelden zorgt ervoor dat
voedingswaren snel warm worden. Om te voorkomen
dat gerechten aanbranden, moeten bij de keuze van het
vermogensniveau enigszins andere gewoontes worden
aangenomen dan bij een conventioneel kooksysteem.
Functie
Warm houden van bereidingen
Aanbraden van gesneden groenten,
spiegeleieren, kalfsvlees, gevogelte
Aanbraden van garnalen, maïskolven en
schnitzels, rundvlees, vis, gehaktballen
Koken van grotere hoeveelheden vloeistof,
aanbraden van steaks
Verwarmen van water
Tab. 4.3
Aanbevelingen voor de vermogensniveaus
De opgaven in de tabel zijn richtwaarden.
Minimale
kookpotdiameter
120 mm
160 mm
Vermogensniveaus
–
1
2
–
3
5
–
5
7
–
8
9
ß p
www.bora.com