Inhoudsopgave
Advertenties
•
De transparante slang (N, met label "Enkel
Luchtslang") levert de luchttoevoer van het pistool.
•
De blauwe slang (M) zorgt voor de aanvoer van
materiaal naar het pistool.
•
Met de pistoolwartel (K) heeft u meer
bewegingsvrijheid met het pistool. Hij zit vast aan
de blauwe slang (AA-pakketten). Het airless pistool
heeft een ingebouwde vloeistofwartel.
•
Dankzij de aanzuigslang (V) met zeef kan de
pomp vloeistof trekken uit een bak van 19 liter. Een
vloeistofvultrechter met scherm is ook verkrijgbaar.
•
Een vloeistoffilter (P) met een roestvrijstalen
element met een maaswijdte van 250 micron
om deeltjes uit de vloeistof te filteren als deze uit
de pomp komt.
•
Een vloeistofaftapkraan (W) verlaagt de
vloeistofdruk in de slang en het pistool.
•
DataTrak (F) geeft informatie over de diagnose en
het materiaalgebruik van de pomp. Pakketten met
DataTrak met M02xxx-luchtmotoren hebben geen
runaway-ventiel; alle andere pakketten met
DataTrak hebben dat wel; Zie bladzijde 24.
Luchtleidingstoebehoren
Installeer de volgende toebehoren in de volgorde
zoals aangegeven op Afb. F
nodig verloopnippels.
•
Een filter in de luchtleiding (B) verwijdert schadelijk
stof en vocht uit de aangevoerde perslucht.
•
Een tweede zelfontlastende luchtkraan (A) isoleert
de toebehoren in de luchtleiding ten behoeve van
het onderhoud. Plaats het vóór alle andere
hulpstukken in de luchtleiding.
. 1, en gebruik waar
IG
Aarding
1. Pomp: Zie F
. 2. Controleer dat de grondschroef
IG
(GS) bevestigd en stevig vastgemaakt is aan
de luchtmotor. Sluit het andere uiteinde van de
aardingsdraad (S) aan op een echt aardpunt.
F
. 2. Verwijder de schroef en de aardingsdraad
IG
2. Vloeistofslangen van de pomp: gebruik enkel
elektrisch geleidende vloeistofslangen Controleer
de elektrische weerstand van de slangen. Als
de totale weerstand op de massa hoger is dan
25 mega-Ohm, vervang de slang dan onmiddellijk.
3. Luchtcompressor: volg de aanbevelingen van
de fabrikant op.
4. Spuitpistool: aarding via aansluiting met een
geaarde vloeistofslang en pomp.
5. De vloeistofhouder: volg de ter plekke geldende
voorschriften.
6. Het te spuiten object: volg de ter plekke geldende
voorschriften.
7. Bakken met oplosmiddel die worden gebruikt bij het
spoelen: volg de ter plekke geldende voorschriften.
Gebruik alleen metalen vaten, die geleidend zijn, en
zet ze op een geaard oppervlak. Plaats het vat nooit
op een isolerend oppervlak, zoals papier of karton,
omdat dat de aarding onderbreekt.
8. Om de goede continuïteit van de aarding te
handhaven bij het doorspoelen of wanneer de druk
wordt ontlast, moet u een metalen gedeelte van het
spuitpistool stevig tegen de zijkant van een geaarde
metalen bak houden en dan pas de trekker van het
pistool indrukken.
Installatie
S
GS
ti12914a
17
Advertenties
Inhoudsopgave
