Instructies voor de gebruiker
7. Gebruik van de kookplaat
Verzeker
u
ervan
vlamverdelers en de pandragers op correcte wijze
gemonteerd zijn.
De uitstulpingen A van de vlamverdelers moeten in
de uitsparingen B van de brander vallen. De
vonkontstekers en de thermokoppels D van de
plaat moeten in de gaten C van de brander vallen.
7.1 Plaatsing van de pandragers
Bij de levering liggen de pandragers niet op de plaat. Voor de correcte plaatsing van
iedere pandrager op de bijbehorende brander moet u de onderstaande instructies
opvolgen:
Op het uiteinde van de pootjes van de
pandragers zijn siliconen dopjes aangebracht;
deze
hebben
een
betreffende bevestigingspen op zijn plaats kan
worden gecentreerd.
dat
de
branders,
Elke pandrager moet op de bijbehorende
brander worden geplaatst voor de juiste werking.
Let goed op de verschillende diameters van de
pandragers en op de vlamverdelers.
opening
waarmee
de
de
Plaats de pandrager door de
bevestigingspennen (1) en (2)
te centreren en daarna te
laten
zakken
oppervlak.
De pootjes van de pandragers
mogen
na
plaatsing
boven het fornuis zweven,
maar moeten op het fornuis
rusten.
op
het
niet
111