Instructies voor de installateur
5.6 Montage van de vangschaal
Ga in de omgekeerde volgorde te werk ten opzichte van de instructies weergegeven
in paragraaf "5.1 Verwijdering van de vangschaal".
Plaats de pandragers zoals beschreven in hoofdstuk "7.1 Plaatsing van de pandragers"
5.7 Regeling van het minimum voor methaan
Plaats de onderdelen weer op de brander en druk de
knoppen op de staafjes van de kraantjes.
Ontsteek de brander en zet hem in de minimumstand
.
Trek de knop weer van het gaskraantje af en verdraai
het schroefje in of naast de stang van het kraantje
(afhankelijk van de modellen) tot u een regelmatig
brandende minimumvlam heeft.
Plaats de knop weer terug en controleer de stabiliteit
van de vlam van de brander (wanneer u de knop snel
van de maximum- naar de minimumstand draait mag
de vlam niet uitgaan).
5.8 Regeling van het minimum voor vloeibaar gas
Voor de regeling van het minimum met vloeibaar gas moet u de schroef in of naast de
staaf van het kraantje (afhankelijk van de modellen) volledig rechtsom draaien.
De diameters van de bypassen staan voor iedere afzonderlijke brander vermeld in de
paragraaf "5.2 Regeling voor vloeibaar gas".
Na de regeling met een ander gas dan dat van de keuring moet u het op het carter
van apparaat aangebrachte etiketje vervangen door dat voor het nieuwe gas. Het
etiketje bevindt zich in het zakje met LPG spuitstukken (G30 - G31)
5.9 Opstelling van de branders op de kookplaat
5.10 Smering van de gaskraantjes
In de loop der tijd kan het gebeuren dat het gaskraantje moeilijk gaat draaien en
geblokkeerd raakt. Maak hem van binnen schoon en vervang er het smeervet van.
Deze handeling moet worden uitgevoerd door een gespecialiseerd technicus.
Type brander
1 Hulpbrander
2 Halfsnelle brander
3 Snelle brander
4 Ultrasnelle brander
109