R-Serie / CNG050 sensors
R200 *****(R, H of S)*Z*****
R200 *****(R, H of S)*Z***** CIC A1
R200 *****(R, H of S)*Z***** CIC A1
3.1.3)
Schakeling temperatuursensor (aansluiting 3, 4 en 7; oranje, geel en violet)
Stroom
3.1.4)
Indeling in temperatuurklassen
De indeling in een temperatuurklasse hangt af van de temperatuur van het medium waarbij rekening wordt
gehouden met de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor. Zie de onderstaande grafiek:
Voor R025, R050, CNG050, R100 en R200 sensors met constructie-identificatiecode (CIC) geen markering
Opmerking 1. Hanteer de bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven
medium- en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt:
T6:T 80 °C, T5:T 95 °C, T4:T 130 °C, T3:T 195 °C, T2 tot T1:T 226 °C.
6
Inductie
Spoelweer-
(mH)
stand (Ω)
77,27
6,9
105
7,5
84,95
7,5
77,27
23,8
182,5
12,4
128,4
12,4
94,3
12,4
63,21
Ui
Ii
Pi
Ci
Te verwaarlozen
Li
Te verwaarlozen
TEMP. SENSORMEDIUM (°C)
Serieweer-
Minimumtemp.
stand (Ω)
omgeving/medium (°C)
0-568,83
-83 °C
0
-40 °C
0-569
-68 °C
0-568,83
-83 °C
0
-40 °C
0-569,3
-40 °C
0-568,73
-90 °C
0-568,19
-138 °C
30
V
101
mA
750
mW
ATEX installatie-instructies