R-Serie / CNG050 sensors
Voor R100 sensor met constructie-identificatiecode (CIC) A2 met aansluitdoos aangesloten op niet-MVD
transmitters (i.e. 9703)
Opmerking 1. Hanteer de bovenstaande grafiek om de temperatuurklasse te bepalen bij een gegeven
medium- en omgevingstemperatuur. De maximale oppervlaktetemperaturen voor stof zijn als volgt:
T6:T 80 °C, T5:T 95 °C, T4:T 130 °C, T3:T 195 °C, T2 tot T1:T 240 °C.
De voor stof toegestane minimale omgevings- en procesvloeistoftemperatuur is –40 °C.
3.1.7)
Omgevingstemperatuurbereik
De sensor kan worden gebruikt bij een hogere omgevingstemperatuur dan 55 °C, mits de omgevings-
temperatuur de maximale temperatuur van het medium niet overschrijdt en rekening wordt gehouden met
de temperatuurklasse en de maximale bedrijfstemperatuur van de sensor.
8
TEMP. SENSORMEDIUM (°C)
Ta
–68 °C tot +55 °C
ATEX installatie-instructies