3. Laat de stationhouder zakken en controleer of de vergrendelingen aan beide
kanten vergrendeld zijn. Is dat niet het geval, dan kunt u de kap van de com-
puter niet sluiten.
4. Sluit de kap van de computer.
5. Als u in een eerder stadium bepaalde sloten hebt verwijderd, breng die dan
weer aan.
6. Sluit de externe kabels en snoeren weer op de computer aan. Zie "De plaats
van de aansluitingen aan de achterkant van de computer" op pagina 19.
7. Hoe u de configuratie bijwerkt, leest u in Hoofdstuk 5, "Het programma Setup
Utility gebruiken", op pagina 49.
Hoofdstuk 3. Opties installeren
37