De parameters hebben de volgende betekenis:
T1 AAn
De inschakeltemperatuur geeft aan vanaf welke temperatuur het relais T1 moet
worden ingeschakeld.
Instelbereik:
Fabrieksinstelling:
T1 Uit
De uitschakeltemperatuur geeft aan vanaf welke temperatuur het relais T1 moet
worden uitgeschakeld.
Instelbereik:
Fabrieksinstelling:
REL T1 vertraging
Met behulp van REL T1-vertraging stellen we de inschakelvertraging voor het
relais T1 in.
Deze instelling voorkomt frequent in- en uitschakelen van het relais T1, als bij
enigszins fluctuerende temperaturen de setpoints T1 AAN of T1 temperature
bijna dezelfde waarden hebben.
Instelbereik:
Fabrieksinstelling:
T2 AAn
De inschakeltemperatuur geeft aan vanaf welke temperatuur het relais T2 moet
worden ingeschakeld.
Instelbereik:
Fabrieksinstelling:
T2 UIT
De uitschakeltemperatuur geeft aan vanaf welke temperatuur het relais T2 moet
worden uitgeschakeld.
Instelbereik:
Fabrieksinstelling:
158 |
Modi / Functies
–40°C tot +120°C
23°C
-40°C tot +120°C
22°C
0 tot 60 Sek
0 Sek
-40°C tot +120°C
23°C
-40 °C tot +120 °C
22 °C