ACHTERUITRIJCAMERA
Werking
Bij inschakelen van de achteruitversnel-
ling (en tot ongeveer vijf seconden na het
inschakelen van een andere versnelling)
wordt de omgeving achter de auto getoond
op het scherm van het multimediasysteem,
samen met de richtlijn, de omtrek van de
auto en piepgeluiden.
Ultrasoondetectoren die in uw auto zijn inge-
bouwd, "meten" de afstand tussen de auto
en een obstakel.
Als de rode zone bereikt is, gebruikt u de
afbeelding van de bumper om nauwkeurig
te stoppen.
Opmerking: raadpleeg het instructieboekje
voor meer informatie over het gebruik van
de parkeerhulp.
NB : zorg ervoor dat de achteruitrijcamera
niet bedekt is (vuil, modder, sneeuw enz.).
Opmerking: zodra de achteruitversnelling is
ingeschakeld, toont het multimediascherm
gedurende enkele seconden het uitzicht aan
de achterkant van de auto.
(1/3)
Displayinstelling
Helderheid
Kaartmodus
Achtergrond
Parkeerassistentie
Audio
Display Connectiviteit Systeem
Inschakelen/uitschakelen
Achteruitrijcamera
U kunt de achteruitrijcamera in- of uitscha-
kelen. Selecteer daartoe in het hoofd-
menu "Inst" > "Display" en druk daarna op
"Parkeerassistentie" 1.
Laag
MediaHoog
Auto
Dag
Nacht
Licht
Donker
1
Parkeerhulp
Met dit menu kunt u de achteruitrijcamera
in- of uitschakelen en "Obstakeldetectie" in-
stellen.
Parkeerassistentie
Achteruitrijcamera
Uit
Aan
Obstakeldetectie
NL.77