Buismotor loopt niet.
Draairichting op de buismotor kan niet worden ingesteld.
Draairichting na het wissen van de eindposities klopt niet.
Buismotor stopt blindelings, verder lopen in dezelfde richting
niet mogelijk.
Bij de programmeerloop bereikt de buismotor niet de te pro-
grammeren eindpositie.
De led-ring brandt rood bij de selectie van de ontvanger voor
de instelmodus.
De gewenste instelling kan niet worden veranderd.
Buismotor loopt in
dodemansbedrijf resp. stopt na 5 s in
beweging.
32 - nl
Wat doen, wanneer...?
Probleem
Verhelpen
Nieuwe zender programmeren.
Zender binnen het bereik van de buismotor brengen.
Bewegings- of stoptoets op de zender in directe nabijheid van
de buismotor ten minste 5x bedienen.
Batterij(en) correct in zender plaatsen resp. nieuwe batterij(en)
gebruiken.
Elektrische aansluiting controleren.
Thermische veiligheidsschakelaar in de buismotor is geacti-
veerd. Wacht tot de thermische veiligheidsschakelaar de buis-
motor weer vrij schakelt.
Aandrijving is geblokkeerd.
Wintermodus is actief.
De wintermodus via de CentralControl-app deactiveren.
Eindposities wissen (zie dienovereenkomstig hoofdstuk "Eind-
posities wissen") en de draairichting opnieuw instellen.
Voer een verandering van draairichting uit met de dienovereen-
komstige zender of de draairichtingschakelaar op de buismo-
tor.
Buismotor heeft een toename van de belasting herkend. Kort in
tegengestelde richting laten lopen, daarna verder laten lopen in
de gewenste richting.
Buismotor is tijdens gebruik overbelast. Buismotor met een
krachtiger draaimoment gebruiken.
Eindposities wissen en daarna eindposities opnieuw program-
meren.
Bij de programmeerloop reageert de buismotor om veiligheids-
redenen gevoelig op stroeve plaatsen teneinde beschadigingen
te voorkomen. Laat de buismotor kort OMLAAG en daarna weer
OMHOOG lopen tot u de bovenste eindpositie heeft bereikt.
Afstand tot ontvanger verminderen.
Elektr. aansluiting van ontvanger controleren.
Zet de ontvanger in de programmeermodus.
Zender aan de installatie toevoegen.
Controleer of de CentronicPlus-zender in de instelmodus staat.
Sensorverbinding controleren, voor buismotor / draadloze ont-
vanger is sprake van sensorverlies.
Sensor binnen het bereik van de buismotor / draadloze ontvan-
ger brengen.
Spanningsvoorziening van de sensor controleren.