Normaliter hoeft u geen aandacht te besteden aan de batterij en hoeft u deze ook
niet op te laden. Een batterij gaat echter niet eeuwig mee. Als de batterij leeg raakt,
gaan de datum, tijd en configuratiegegevens (waaronder ook de wachtwoorden)
verloren. Er verschijnt dan een foutmelding wanneer u de computer aanzet.
Raadpleeg "Kennisgeving lithiumbatterij" op pagina x voor meer informatie over
het vervangen en weggooien van de batterij.
U vervangt de batterij als volgt:
10. Gebruik het programma Setup Utility om de datum, de tijd en de wachtwoor-
Een vergeten wachtwoord wissen (CMOS wissen)
Dit gedeelte heeft betrekking op vergeten of verloren wachtwoorden. Meer infor-
matie over dit onderwerp vindt u in het programma ThinkVantage Productivity
Center. Instructies over hoe u dit programma kunt openen, vindt u in
"ThinkVantage Productivity Center" op pagina 57.
34
Handboek voor de gebruiker
1. Zet de computer en alle randapparatuur uit.
2. Verwijder de kap. Zie "De kap verwijderen" op pagina 20.
3. Kijk waar de batterij zich bevindt. Zie "Onderdelen van de systeemplaat" op
pagina 24.
4. Verwijder, indien nodig, adapterkaarten die de toegang tot de batterij verhin-
deren. Zie "PCI-adapters installeren" op pagina 26.
5. Verwijder de oude batterij.
6. Installeer de nieuwe batterij.
7. Als u adapterkaarten hebt verwijderd om toegang te krijgen tot de batterij,
plaats die dan weer terug. Zie "PCI-adapters installeren" op pagina 26 voor
instructies voor het installeren van adapters.
8. Zet de kap terug en sluit het netsnoer weer aan.
Opmerking: Wanneer de computer voor de eerste keer wordt aangezet nadat
de batterij is vervangen, kan er een foutbericht worden afge-
beeld. Dit is normaal na het vervangen van de batterij.
9. Zet de computer en alle randapparatuur aan.
den in te stellen. Zie Hoofdstuk 5, "Het programma Setup Utility gebruiken",
op pagina 45.