Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Synchronisme (Bus); Synchronisatie Van Twee Tegenover Elkaar Staande Schuifpoorten; Zenders Op Afstand Inleren; Diagnostiek - Beninca BULL 624 TURBO Handleiding Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud

Inhoudsopgave

Advertenties

MENU
Stelt het id-nummer van de synchronisatie in. Het is mogelijk een numerieke waarde van 0 tot 16 in te stellen.
id
Indien ingesteld op 0, is de regeleenheid geconfigureerd als MASTER, alle andere waarden configureren hem als SLAVE.
Hiermee kan een als SLAVE geconfigureerde regeleenheid lokale opdrachten aanvaarden.
loc
Zie paragraaf 8.5 "SYNCHRONISATIE VAN TWEE TEGENOVER ELKAAR STAANDE SCHUIFPOORTEN".

8.5) SYNCHRONISATIE VAN TWEE TEGENOVER ELKAAR STAANDE SCHUIFPOORTEN

Het is mogelijk om een systeem bestaande uit twee schuifpoorten te beheren door op elke CP.B24TURBO-kaart de optionele SIS-synchronisatiekaart te
gebruiken, die moet worden aangesloten op de juiste connector, zoals getoond op afb.21.
Elke kaart moet onderling worden verbonden met 3 x 0,5mm² draden, zoals getoond op afb.21.
Een van de twee kaarten moet worden ingesteld als MASTER (ID=0), de andere als SLAVE (ID=1).
Alle commando's (van radiozenders of van bedienings- en veiligheidsingangen), ontvangen van de MASTER-schuifpoort, worden dan doorgestuurd naar
de SLAVE-schuifpoort, die onmiddellijk het gedrag van de MASTER-schuifpoort nabootst.
LOC-logica kan op twee manieren worden ingesteld:
ON: de SLAVE-schuifpoort kan een lokaal commando accepteren en kan daardoor een open- en/of sluitmanoeuvre uitvoeren zonder dat dit effect heeft
op de MASTER-schuifpoort.
OFF: de SLAVE-schuifpoort accepteert geen lokale commando's en zal dus altijd de status van de MASTER-schuifpoort dia kopiëren.
Een SLAVE-schuifpoort met LOC op ON kan bijvoorbeeld handig zijn als er af en toe een doorgang gedeeltelijk moet worden geopend, wat normaal
gesproken door twee tegenoverliggende schuifpoorten wordt beheerd, omdat een stappenknop (OPEN/DICHT), aangesloten op de SLAVE-schuifpoort
alleen effect heeft op deze laatste, terwijl alle commando's gegeven aan de MASTER-schuifpoort door de SLAVE-schuifpoort worden overgenomen.
De aansluitingen van veiligheidsvoorzieningen (fotocellen, gevoelige veiligheidslijsten, enz.) kunnen zowel op het MASTER- als op het SLAVE-board
worden aangesloten.

8.6) ZENDERS OP AFSTAND INLEREN

Als u al een zender in de ontvanger hebt opgeslagen, is radiografisch inleren op afstand mogelijk (zonder toegang tot de besturingseenheid).
BELANGRIJK: De procedure moet worden uitgevoerd met de poort in de open positie. De REM-logica moet AAN zijn.
Ga als volgt te werk:
1 Druk op de verborgen toets van de reeds opgeslagen zender.
2 Druk binnen 5 seconden op de toets van de reeds opgeslagen zender, die overeenstemt met het kanaal dat met de nieuwe zender moet worden ver-
bonden. Het flitslicht gaat aan.
3 Druk binnen 10s op de verborgen toets van de nieuwe zender.
4 Druk binnen 5s op de toets van de nieuwe zender, die moet worden gekoppeld aan het in punt 2 gekozen kanaal. Het flitslicht gaat uit.
5 De ontvanger slaat de nieuwe zender op en verlaat onmiddellijk de programmering.
Opmerking: functie niet bruikbaar met TO.GO 2/4 AK
8.7) ZEKERINGEN
F2 =T4A - Algemene beveiligingszekering
8.8) NOODBATTERIJ
De besturingseenheid CP.B24TURBO is uitgerust met een geïntegreerde batterijlader voor het seriebeheer van twee 12V 2,1 Ah DA.BT2 batterijen (op-
tioneel - afb. 19), waardoor de automatisering zelfs kan blijven werken als de netstroom tijdelijk uitvalt.
Tijdens normaal netgebruik laadt de printplaat de batterijen op.
De maximale laadstroom is 1A, de gemiddelde laadstroom is 300mA. (let op de polariteit).
Oplaadtijd met 2.1Ah batterijen mod. DA.BT2: ong. 3u.
Aantal cycli met opgeladen batterij op 4m/600kg poort: ongeveer 20.

8.9) DIAGNOSTIEK

SWO
SWC
OPEN
P.P.
/PED CLOSE
PHO
PHC
STOP
BAR
20

8.4.9) SYNCHRONISME (BUS)

DL 1 : Aanwezigheid van netvoeding
DL 2 : Knippert om aan te geven dat besturingseenheid CP.B24-CP.B24TURBO correct is gevoed - Pro-
gramma werkt/besturingseenheid geprogrammeerd.
DL 3 : Signalering van overbelasting of kortsluiting op 24V-uitgang.
DL 4 : Kortsluitingssignalering op Common Commando's (COM).
Elke ingang is geassocieerd met een displaysegment dat volgens het volgende schema oplicht wanneer
het wordt geactiveerd.
De NC-ingangen worden weergegeven door de verticale segmenten.
De NO-ingangen worden weergegeven door de horizontale segmenten.
Opmerking: Wanneer de motor ontgrendeld is, worden SWO/SWC/PHO/PHC/STOP/BAR tegelijkertijd
ingeschakeld.
FUNCTIE

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave