Snelstart en algemene werking SNELSTART De basis stappen om een nieuwe SIM te installeren en programmeren in het CALL systeem is hieronder omschreven. Voor verdere informatie over de andere functies verwijzen wij u naar het verdere gedeelte van deze handleiding. 1.
SIM reset, LED diagnose & Toegangswachtwoord Plaats een SIM kaart in de daarvoor bestemde plaats in de module. Er zijn geen beperkingen wat betreft het netwerk. Wel moet de SIM kaart die gebruikt wordt zonder PINCODE zijn. Dit wil zeggen dat, wanneer de SIM kaart in een mobiele telefoon zou worden geplaatst en deze wordt aangezet, er niet wordt gevraagd naar de pincode.
Pagina 5
Veilige en Open modus & Gebruiker toevoegen aan telefoonlijst VEILIGE MODUS Met deze modus kunnen de kanalen alleen geactiveerd worden door opgeslagen telefoonnummers, door een van de procedures beschreven in het onderdeel PROGRAMMERING. Het is dan mogelijk om: - een kanaal te activeren door een SPRAAKOPROEP: bel de CALL module met een telefoon waarvan het nummer is opgeslagen. Na 2 keer overgaan, zal het gesprek automatische worden afgebroken en is kanaal 1 geactiveerd (het kanaal dat moet worden geactiveerd door dit soort oproep kan worden gewijzigd door commando "modnum").
Pagina 6
Wijzigen toegang & Verwijderen gebruiker uit telefoonlijst 2. Typ handmatig een bericht - verwijder de SIM kaart uit de CALL module en plaats hem in een mobiele telefoon - sla de telefoonnummers die moeten worden ingeschakeld op in het SIM adresboek en ga als volgt te werk: - type in het gebruikersnaamveld het telefoonnummer dat moet worden opgeslagen - type in het telefoonnummerveld cijfer 0 of, als de instellingen van de kanalen moeten worden aangepast, de vooraf ingestelde 5 cijferige code beschreven in onderdeel "Wijzigen toegang van een of meer nummers".
Opvragen gegevens & Reseten SMS teller OPVRAGEN ALGEMENE STATUS VAN DE MODULE Met dit commando kunt u informatie opvragen over de module: het aantal verzonden berichten, het aantal zendercodes vooraf opgeslagen in het geheugen, de software en rmware versie van de GSM module, de netwerkbeheerder waarmee de module is verbonden, het aantal mobiele telefoons opgeslagen in het geheugen.
Pagina 8
Kanaaltekst wijzigen & Zender toevoegen en uitschakelen TEKST VAN EEN KANAAL WIJZIGEN Dit commando wijzigt de tekst van een sms dat een kanaal activeert, zodanig, dat een speci eke uitgang in combinatie met een ID woord van de module kan worden in- of uitgeschakeld. Bijvoorbeeld: als de poort is aangesloten op kanaal 1, kan de SMS die gekoppeld is aan kanaal 1 aangepast worden met de tekst POORT.
Opvragen statussen & Toegang tot het menu OPVRAGEN STATUS VAN EEN ZENDER IN DE ONTVANGER, AANGESLOTEN OP DE MODULE Dit commando geeft aan of een zender uigeschakeld is of niet Commando: testtx 123456 02D762D Uitleg: testtx tekstinvoer 123456 wachtwoord 02D762D invoer van 7 hexdecimale tekens (0-F), dit staat voor het serienummer van de zender Het antwoord zal er uitzien als één van de volgende: “TRANSMITTER ENABLED”...
Foutmeldingen & Alarmfunctie MOGELIJKE FOUTMELDINGEN Het systeem stuurt de volgende foutmeldingen per SMS: “COMMAND MESSAGE NOT SET” Commandobericht niet ingesteld. Controleer de instelling van de tekstinvoer. “NO PASSWORD FOUND” Geen wachtwoord gevonden. Controleer de instelling van het wachtwoord con guratie commando. “COMMAND EXECUTION ERROR”...
Radio ontvanger module In dit tweede deel worden de functie van de 4-kanaals radio ontvanger beschreven, zoals kabel aansluitingen, uitgang con guratie, opslaan van handzenders, enz. SPECIFICATIES - Vier uitgangen, onafhankelijke en vrij con gureerbare kanalen - Rolling code radio ontvanger - 433.92 MHz frequentie - Programmering door ingebouwd LCD display - Standaard geheugen voor 512 zenders.
Pagina 12
Radio ontvanger module Iedere functie die beschikbaar is in de motorsturing is beschreven in de volgende tabel. PARAMETERS MENU FUNCTIE De werkende modus van kanaal is vooraf ingesteld. De beschrijvingen van de submenus wordt hieronder weergegeven: Monostabiel. Het relais wordt voor 1 sec. geactiveerd wanneer de bijbehorende toets wordt ingedrukt: daarna gaat het relais terug naar zijn originele status.