7
Plaats de tonercartridge.
8
Sluit klep A.
Laden vullen
LET OP: KANTELGEVAAR: Zorg ervoor dat u papier
afzonderlijk in elke lade plaatst om instabiliteit van de
apparatuur te voorkomen. Houd alle overige laden
gesloten tot u ze nodig hebt.
1
Verwijder de lade.
Opmerking: Verwijder tijdens het afdrukken de lade niet om
papierstoringen te voorkomen.
2
Stel de geleiders in op het papierformaat dat u wilt plaatsen.
3
Buig het papier, waaier het uit en lijn de randen uit voordat u
het in de printer plaatst.
4
4
Plaats de stapel papier met de afdrukzijde naar beneden en
zorg ervoor dat de geleiders goed tegen het papier zitten.
Opmerkingen:
•
Plaats briefhoofdpapier met de afdrukzijde omlaag en
met de koptekst naar de voorkant van de lade voor
enkelzijdig afdrukken.
•
Plaats briefhoofdpapier met de afdrukzijde omhoog en
met de koptekst naar de achterkant van de lade voor
dubbelzijdig afdrukken.
•
Schuif geen papier in de lade.
•
Zorg ervoor dat de stapel niet boven de aanduiding voor
de maximale hoeveelheid uitkomt om papierstoringen te
voorkomen.
5
Plaats de lade terug.
Stel indien nodig het papierformaat en de papiersoort via het
bedieningspaneel in op basis van het geplaatste papier.