3.
Selecteer System Password (Systeemwachtwoord), wijzig of verwijder het huidige systeemwachtwoord en druk op
<Enter> of <Tab>.
4.
Selecteer Setup Password (Installatiewachtwoord), wijzig of verwijder het huidige installatiewachtwoord en druk
op <Enter> of <Tab>.
OPMERKING: Vul bij het wijzigen van het systeem- en/of installatiewachtwoord het nieuwe wachtwoord in
wanneer de melding daarvoor verschijnt. Als een van beide of beide wachtwoorden wordt verwijderd, dient
de melding daarover ook te worden bevestigd.
5.
Druk op <Esc> waarna een melding verschijnt om de wijzigingen op te slaan.
6.
Druk op <Y> om de wijzigingen op te slaan en de systeeminstallatie te verlaten.
Hierna wordt de computer opnieuw opgestart.
Een systeemwachtwoord uitschakelen
De softwarebeveiligingsfuncties van het systeem omvatten een systeemwachtwoord en een setupwachtwoord. Door
middel van de wachtwoordjumper worden alle wachtwoorden uitgeschakeld die op dat moment in gebruik zijn. Er zijn 2–
pins voor de PSWD-jumper.
OPMERKING: De wachtwoordjumper is standaard uitgeschakeld.
1.
Volg de procedures in
2.
Verwijder de kap.
3.
Lokaliseer de PSWD-jumper op het moederbord. Raadpleeg voor het lokaliseren van de PSWD-jumper op het
moederbord het hoofdstuk Componenten van het moederbord.
4.
Verwijder de PSWD-jumper van het moederbord.
OPMERKING: De bestaande wachtwoorden worden niet uitgeschakeld (gewist) totdat de computer wordt
opgestart zonder de jumper.
5.
Plaats de kap.
OPMERKING: Als u een nieuw systeem- en/of setupwachtwoord hebt geïnstalleerd met de PSWD-jumper, dan
worden de nieuwe wachtwoorden door het systeem uitgeschakeld wanneer deze de volgende keer wordt
opgestart.
6.
Sluit de computer aan op het stopcontact en schakel de computer in.
7.
Schakel de computer uit en haal de stekker uit het stopcontact.
8.
Verwijder de kap.
9.
Plaats de jumper terug op de pinnen.
10. Plaats de kap.
11. Volg de procedures in
12. Schakel uw computer in.
13. Ga naar de system setup en wijs een nieuw systeem- of setupwachtwoord toe.
50
Voordat u handelingen uitvoert in de computer .
Nadat u aan de computer hebt gewerkt .