Download Print deze pagina

Comelit 1998NA Technische Handleiding pagina 14

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

U14 Signalering alarmen
De centrale kan alarmsignaleringen afkomstig van
binnentoestellen in elke bedrijfstoestand ontvangen
(oproep of gesprek).
Wanneer de centrale een alarm ontvangt:
-
wordt
een
geluidssignaal
geluidssignaal kan worden uitgeschakeld door op
een willekeurige toets van de centrale te drukken.
- wordt op het display de alarmsignalering
weergegeven van de eerste gebruiker die het alarm
heeft verzonden:
ALARM
GEBRUIKER
de signalering verdwijnt wanneer het binnentoestel
de oproep van de centrale beantwoordt (druk op de
toets
om de oproep uit te voeren), of wanneer de
telefonist hem verwijdert met de toets CANC.
Bij meerdere alarmen tegelijkertijd wordt een
wachtrij van alarmen aangemaakt volgens dezelfde
werkwijze als in de paragraaf "U6 Een binnentoestel
in de wachtrij bellen" is beschreven en op het
display wordt alleen het aantal geregistreerde
alarmen weergegeven (max. 10).
Bij de ontvangst van een oproep van het deurstation
of van een binnentoestel stopt de centrale de
alarmtoestand om de inkomende oproep te kunnen
beheren. Nadat de oproep afgehandeld is, wordt de
alarmtoestand hersteld.
U15 Activeren van een extra relais art. 1256
(bijv. voor onafhankelijke activering met een
speciale
bedieningsinstructie
alarmcontacten TVCC, doorrijpoorten, ingangen
zonder deurstation of andere inrichtingen)
De relais kunnen zowel in de ruststand als in
de gespreksmodus naar het deurstation worden
geactiveerd.
Activeren van het relais:
- druk op de toets
, er wordt gevraagd om de
code in te voeren om een speciale relaissturing
te activeren. Als de code ontbreekt wordt een
algemene relaisturing geactiveerd;
RELAIS
CODE:
- druk op de toets
relaissturing te bevestigen.
LET OP!
Voor het gebruik van deze functie moeten een
hoofddeurstation en relais art. 1256 aanwezig
zijn. Neem contact op met uw installateur.
14
afgegeven.
Het
(04)
002
van:
lichten,
om de activering van de
U16 Van een hoofdcentrale naar een secundaire
centrale bellen
De hoofdcentrale kan op 3 manieren naar de
secundaire centrale bellen:
• het nummer van de centrale intoetsen (bv. 005 240)
en op
drukken:
GEBRUIKER: 005 240
OM TE BELLEN
• door de namenlijst lopen met de toetsen
de naam wordt weergegeven en op
CENTRALE 005
CODE: 005 240
• op het bijbehorende snelkiesnummer drukken (zie
"I4 Opslaan van snelkiesnummers").
- als de oproep op correcte wijze heeft
plaatsgevonden:
GEBELD
GEBRUIKER 005 240
- als de oproep niet op correcte wijze heeft
plaatsgevonden:
GEBRUIKER 005 240
NIET BESCHIKBAAR
- als het systeem bezet is:
GEBRUIKER BEZET
Wanneer bij de gebelde centrale de hoorn
wordt opgenomen, komt een verbinding met de
hoofdcentrale tot stand, de maximale duur van het
gesprek is 2,5 minuten;
IN GESPREK
MET 005 240
- om het gesprek te beëindigen legt u de hoorn
weer op de haak.
LET OP!
Als de secundaire centrale en de hoofdcentrale
met elkaar in verbinding staan kunnen ze geen
oproepen doorschakelen of in de wachtstand
zetten.
totdat
drukken:

Advertenties

loading