de schachtaansluiting van het CV-toestel met mini-
maal nominaal warmtevermogen niet meer wordt dan
25 Pa.
–
Ga bij de berekening uit van een verbrandingsgas-
temperatuur van 25 °C.
Aanwijzing
Wanneer de verticale verbrandingsluchttoe-
voer/verbrandingsgasafvoer al conform EN 13384-
2 zonder specifieke productgegevens is gedi-
mensioneerd, controleer dan, of het maximale
verwarmingsvermogen van de CV-toestellen de
op de typeplaat opgegeven maximaal toegestane
verbrandingsgasmassastroom aan de over-
gang naar de verticale verbrandingsluchttoe-
voer/verbrandingsgasafvoer niet overschrijdt en de
minimale verwarmingsbelasting minder dan 1/3
van de maximale warmtebelasting bedraagt.
De verticale afstand tussen twee verbrandingsgasaansluitin-
gen moet minstens 2,5 m bedragen.
Er kunnen echter 2 CV-toestellen op elke etage op dezelfde
hoogte worden aangesloten, wanneer de CV-toestellen voor
deze toepassing geschikt zijn.
Opgelet!
Risico op materiële schade door
vertraagde ontstekingen!
▶
Sluit 2 CV-toestellen op dezelfde hoogte
op een etage alleen aan, wanneer de CV-
8
toestellen voor deze toepassing geschikt
zijn.
Wij adviseren CV-toestellen van het toesteltype C
form de tabel te gebruiken (→ Pagina 4). Deze CV-toestel-
len zijn voor de aansluiting van 2 CV-toestellen per etage ge-
test en vrijgegeven. Bovendien moet u in dit geval bij de mar-
kering van de lucht-verbrandingsgas-schoorsteen opgeven,
dat CV-toestellen op de lucht-verbrandingsgas-schoorsteen
alleen door dezelfde CV-toestellen met voornoemde eigen-
schappen mogen worden vervangen.
Een mogelijke langsbeweging van de verticale verbrandings-
gasleiding door thermische uitzetting mag niet op de aanslui-
ting met de horizontale sectie van het verbrandingsluchttoe-
voer-/verbrandingsgasafvoersysteem inwerken.
▶
Dimensioneer de windbeveiligingsvoorziening van het
verbrandingslucht-/verbrandingsgasbuissysteem zodanig,
dat bij wind een onderdruk in de verbrandingsgasleiding
opgewekt wordt.
Het condenswater uit de verticale sectie moet naar rato (circa
10%) door de CV-toestellen worden afgeleid. Via windin-
werking mag maximaal 10% van het verbrandingsgas in de
luchtaanzuiging recirculeren.
De gemeenschappelijke verbrandingsgasleiding moet voor
een overdruk van minimaal 200 Pa geschikt zijn. Het sys-
teem mag geen overstroomopening hebben.
De aansluiting op het verticale deel van het verbrandings-
luchttoevoer-/verbrandingsgasafvoersysteem wordt bij kera-
mische systemen uitgevoerd via een aansluitsteen met stee-
con-
(10)3
Ombouwhandleiding 0020295880_03