Nederlands
Steek de aansluitdraden van de onderdelen zonder druk uit te
voeren in de gaten van de print. Het onderdeel moet zo dicht
mogelijk tegen de print liggen.
Let bij het solderen van de onderdelen op de juiste poling.
Soldeer snel: door te lang solderen worden onderdelen beschadigd.
Ook heeft dit het loslaten van de soldeerogen en koperbanen als
gevolg.
Houd de soldeerstift zodanig op de soldeerplek, dat gelijktijdig het
soldeeroog en het onderdeel verhit worden. Voer gelijktijdig (niet te
veel) soldeertin toe. Zodra de soldeertin begint te vloeien haalt u het
weg. Dan wacht u nog een moment, totdat het achtergebleven
soldeertin goed is doorgelopen alvorens de soldeerstift van de
soldeerplek weg te halen.
Beweeg het zojuist gesoldeerde onderdeel gedurende 5 seconden
niet.
Voorwaarde voor een correcte soldeerplek en goed solderen is een
schone en niet geoxideerde soldeerstift. Strijk daarom voor elke
soldering het overtollige soldeertin en het vuil weg met een vochtige
spons, een dikke vochtige doek of een siliconendoek.
Knip na het solderen de aansluitdraden direct boven de soldeerplek
af met een zijkniptang.
Na het plaatsen controleert u de hele schakeling grondig op een
goede plaatsing en een juiste poling van alle onderdelen. Controleer
ook of niet per ongeluk printbanen met tin zijn overbrugd. Dit kan
niet alleen leiden tot een verkeerde werking, maar ook tot
beschadiging van deze onderdelen. U kunt overvloedig soldeertin
met een schone soldeerstift opnieuw vloeibaar maken. De tin vloeit
dan van de print naar de soldeerstift.
GBM-8
Pagina 8