Inhoudsopgave
Advertenties
18
Inbouw- en onderhoudshandleiding – SediPipe XL | SediPipe XL plus
4.9.2 Uitvoering met putafdekplaat
Rondom de start- en eindput dient de
ruimte tussen gat en put aangevuld te
worden met geschikte grond; verdicht
deze per 30 cm. Vul aan tot ongeveer
20 cm onder de putrand. Er moet rondom
een vlakke dragende laag van beton
C12/15 als ondersteuning voor de
afdekplaat worden gemaakt. De
minimumhoogte van de dragende laag is
15 cm, de lengte aan de zijkant is de
randlengte van de afdekplaat plus min.
5 cm. De hoogte tussen de bovenkant
van het op de bouwplaats gemaakte
beton van de dragende laag en de
bovenkant van de schachtbuis bedraagt
5 cm. Tussen afdekplaat en bovenkant
schachtbuis ontstaat zo een afstand van
ca. 4 cm. De afdekplaat wordt aan twee
kabellussen opgetild. Deze moeten via de
schroefdraadhulzen met de afdekplaat
worden verbonden.
Putafdekplaat DN 1000
125 x 125 x 21
Dragende
laag van op de
bouwplaats
gemaakt beton
C 12/15*
Putafdekking op putafdekplaat
h
= hoogte putafdekking
D
h
= hoogte opleg- resp. opvulring(en)
A
10 mm specievoeg om een ondersteuning zon-
1)
der puntbelasting te waarborgen
5 cm insteekdiepte schachtbuis in putafdekplaat
2)
4 cm reserveruimte ter voorkoming van het naar
3)
Alvorens de afdekplaat van gewapend
beton te plaatsen, moet de afdichting van
de afdekplaat en de bovenste binnenwand
van de schachtbuis met een geschikt
glijmiddel worden ingesmeerd. Evt.
bramen moeten van de putrand worden
verwijderd. De betonnen afdekplaat
moet op de vlakke en uitgeharde dragende
laag worden geplaatst. Daarna moet
worden gecontroleerd of de afdichting
correct zit. Putafdekkingen, opvulringen,
inlaatrooster, emmerdraagring en emmer
behoren niet tot de leveringsomvang van
Fränkische Rohrwerke en daarvoor
moet op de locatie worden gezorgd.
Er moeten putafdekkingen conform
EN 124, LW 610, uitvoering volgens
ontwerprichtlijn, worden gemonteerd.
Onder de putafdekking/het inlaatrooster
kunnen als optie opvulringen conform
DIN 4034 op de afdekplaat van gewapend
beton worden geplaatst.
Putafdekking*,
Optioneel opvulring (betonnen
vuilvanger*
oplegring conf. DIN 4034 deel 1)*
Bovenkant
deksel
ø 62,5
DN 1000
D
110
ext
Dient men zelf aan te leveren op de bouwplaats
*
binnen voeren van belastingen bij eventuele
zettingen van de wegopbouw
Dragende laag van op de bouwplaats gemaakt
4)
beton C12/15 min. H = 15 cm, min. B = steun-
breedte afdekplaat +5 cm vanaf buitenkant
putafdekplaat (omlopend)
LET OP
De hoogtes moeten worden gecontro-
leerd en gewaarborgd. De afdekplaat
mag niet op de schachtbuis liggen.
De dragende laag moet belastings-
ontkoppeld t.o.v. de schachtbuis
worden uitgevoerd.
De putafdekking resp. opvulring(en)
moet(en) op een 10 mm dikke
specievoeg worden geplaatst, om
puntbelastingen tussen afdekplaat
van gewapend beton, opvulring en
putafdekking te voorkomen.
Onder de putafdekkingen moeten
gangbare vuilvangers worden gebruikt.
Wanneer de startput volgens de richtlijn
van de ontwerper met een inlaatrooster
moet worden uitgerust, moeten daarbij
een geschikte emmerdraagring
(of inlaattrechter) en emmer conform
DIN 4052-A4 worden geplaatst.
Dragende laag
Vorstbestendige
laag
[gegevens in cm]
Betonnen afdekplaat (gewicht: 580 kg)
Advertenties
Inhoudsopgave
