16
Inbouw- en onderhoudshandleiding – SediPipe XL | SediPipe XL plus
4.6 Inbouw van de tweede put
Montage eindput
4.7 Controles vóór de opvulling van de bouwput en waterdichtheid
Vóór de opvulling van de bouwput moet worden gecontroleerd of de installatie
correct is gemonteerd en dicht is.
Met name de volgende controles moeten worden uitgevoerd:
1
Hoogte van de putten volgens ontwerprichtlijnen
2
Exacte uitlijning van de putten
3
Controle op beschadigingen, vreemde voorwerpen of grove verontreinigingen
4
Axiale uitlijning van de installatie
5
Volledige insteekdiepte bij de moffen
6
Positie resp. overeenstemming van de toppuntmarkeringen (boven)
7
Waterdichtheidstest
4.8 Installatie aanvullen in bouwput
Verdichten van de zijdelingse opvulling
Putten met afdekking voor de bouwfase
De tweede put moet op de juiste hoogte
op de voorbereide vlakke ondergrond
worden geplaatst. Daarna moet de
mofverbinding worden voorbereid en de
put over de sedimentatiebuis worden
geschoven. De inlaat- of afvoerleiding
moet volgens de ontwerprichtlijn
worden aangesloten (zie punt 4.4).
De bepalingen en richtlijnen van de norm
EN 1610, in de telkens actuele versie,
moeten worden gehanteerd voor het
correct aanvullen van de bouwput.
Wanneer landspecifieke voorschriften
of afwijkende richtlijnen hiermee in
tegenspraak zijn, moeten deze indien
nodig met FRÄNKISCHE worden
afgestemd. De zijdelingse opvulling
moet bestaan uit voor verdichting
geschikt materiaal G1 zonder stenen
(GE, GW, GI, SE, SW, SI) of G2 (GU, GT,
SU, ST) conform de norm EN 1610 en
met een uniforme verdichtingsgraad van
D
≥ 95 % en een draagvermogen van
Pr
E
≥ 45 MN/m² worden aangelegd.
V2
Tijdens het opvullen van de bouwput moet
erop worden gelet dat de onderdelen
niet worden verschoven.
Tip
Er wordt geadviseerd de installatie
vóór opvulling door de bouwleiding
te laten inspecteren.
Voor de afdekking van het sedimentatie-
traject moet een toppuntoverdekking van
min. 30 cm in acht worden genomen.
De bouwmaterialen voor de eerste opvulling
moeten volgens ontwerpeisen ingebracht
en verdicht worden. Tijdens het opvullen
van de bouwput moet erop worden gelet
dat de putten en sedimentatie buizen
niet worden verschoven. Bij installaties
met een betonnen afdekplaat moet het
bovenste puteinde tegen vervormen
tijdens het verdichten worden beveiligd.
LET OP
Afdekkingen voor de bouwfase en
beschermende afdekkingen mogen
pas na voltooiing van de eerste
opvulling worden verwijderd!