4.1 Transport en opslag op de bouwplaats
Transport met een geschikte hijsband
Aanslagoog
4.2 Afdekking voor de bouwfase
Beschermende afdekking bij put met betonnen
afdekplaat
Inbouw- en onderhoudshandleiding – SediPipe XL | SediPipe XL plus
De putten (max. 500 kg/stuk) zijn in
de fabriek, al naargelang putdiepte,
voorzien van telkens twee of drie
aanslagogen (Ø 40 mm). De putten
mogen uitsluitend aan de ogen worden
aangeslagen om ze op te tillen en te
transporteren. Er dienen geschikte
hijsbanden en aanslagkettingen te worden
gebruikt. Rond de sedimentatiebuizen
(max. 150 kg/stuk) kunnen voor het
transport twee hijsbanden resp. ronde
lussen worden vastgemaakt.
Opslag op houten blokken
Er moet tijdens de bouwperiode op worden
gelet dat er geen verontreinigingen, bijv.
door opvulmateriaal, in de installatie
terechtkomen. Verder moeten de
putopeningen worden beveiligd, zodat
er niemand in kan vallen, totdat de
putafdekkingen zijn geplaatst. Bij
installaties waarop een betonnen
afdekplaat moet komen te liggen, wordt
in de fabriek een beschermende
afdekking DN 1000 geleverd, die niet
beloop- of berijdbaar is. Voor installaties
met putconus kan op de locatie een
standaardafdekking voor de bouwfase
worden gebruikt.
Belangrijk
Alle onderdelen moeten op een vlakke
ondergrond worden opgeslagen en
met behulp van houten blokken tegen
wegglijden worden beveiligd.
Beschadigde onderdelen mogen niet
worden ingebouwd. Gooi niet met
onderdelen!
Onderdelen mogen alleen bij
temperaturen boven het vriespunt
worden ingebouwd en opgetild.
Belangrijk
Voordat de afdekking is geplaatst, mag
er niet over de putten heen worden
gereden. Indien noodzakelijk moet
voor de nodige belastingsverdeling
in de aangelegde grond worden
gezorgd door middel van een vlakke
staalplaat.
13