Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hydronix HD0273NL Gebruikershandleiding pagina 48

Inhoudsopgave

Advertenties

VAAK GESTELDE VRAGEN
V: Op welk uitgang type moet ik mijn sensor zetten na de kalibratie?
A: Dit is afhankelijk van de systeem eisen. In de meeste gevallen wordt de analoge
uitgang verbonden met het besturingssysteem of de PLC. Voor een gekalibreerde
sensor moet de analoge uitgang worden gezet op 'Gefilterd Vocht%' of als de digitale
ingang wordt gebruikt voor middelen op 'Gemiddeld Vocht%'.
_ _ _
V: Er is een grote spreiding in de punten van mijn kalibratie, is dit een probleem en is
hieraan wat te doen om dit te verbeteren?
A: Als u een grote spreiding van punten heeft waardoor een lijn getrokken moet worden is
er een probleem met uw monster techniek. Concentreer op wat u doet terwijl u
monsters neemt en verzeker u er van dat de sensor op de juiste wijze gemonteerd is in
de materiaal stroom. Als de sensorpositie correct is en het nemen van monsters is
zoals beschreven in Hoofdstuk 8, mag dit niet gebeuren. Probeer om de 'Gemiddeld
Ongeschaald' waarde voor uw kalibratie te gebruiken. De middeling periode kan
worden bepaald door de 'Gemiddeld/Vasthouden' ingang of door gebruik te maken van
'Op Afstand Middelen'.
_ _ _
V: Ik wil op afstand middelen gebruiken maar de box verschijnt niet voor mijn sensor
A: Op afstand middelen is alleen beschikbaar indien digitale ingang op 'ongebruikt' staat.
Als de ingang op 'Gemiddeld/Vasthouden' staat is het niet mogelijk om 'Op afstand
gemiddeld' te gebruiken.
_ _ _
V: Welk vocht gebied moet ik nemen voor mijn kalibratie?
A: Het wordt aanbevolen dat de uiteindelijke kalibratie punten bevat van het droogste en
natste materiaal dat u tegen komt. Dit maakt de meting zeer nauwkeurig over het
volledige gebied waarin u werkt.
_ _ _
V: De sensor waardes variëren erg snel, niet consistent met de vochtwaardes in het
materiaal. Is hiervoor een verklaring?
A: Het is mogelijk dat zich materiaal ophoopt op het sensor meetvlak tijdens de materiaal
stroom, waardoor er verschil ontstaat met de werkelijke vochtwaarde. De sensor ziet
alleen materiaal voor zich waardoor de vochtwaarde nagenoeg constant blijft. Na een
bepaalde tijd kan het oude materiaal van de sensor vallen en er komt nieuw materiaal
op de sensor. Dit kan een grote sprong geven. Om dit te controleren probeer tegen de
zijkant van de silo te slaan om het oude materiaal van de sensor te slaan en controleer
of de waardes veranderen. Controleer tevens de hoek waarop de sensor gemonteerd
is. De keramische meetplaat moet dusdanig worden gemonteerd dat materiaal vrij
langs de sensor meetplaat kan stromen. De Hydro-Probe II sensor heeft twee lijnen, A
en B, op de sticker die op de achterzijde geplakt is. Juiste uitlijning is wanneer de lijnen
A of B horizontaal staan, als indicatie dat de keramische meetplaat onder de juiste
hoek is gemonteerd zoals is voorgesteld in de Hydro-Probe II gebruikers Handleiding
(HD0127).
_ _ _
HYDRO-COM GEBRUIKERS HANDLEIDING
48
HD0273NL REV. 1.0.1
HOOFDSTUK 9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave