HOOFDSTUK 5
Gefilterd vocht:
Gemiddeld vocht:
Brix:
Materiaal Temperatuur:
Uitgang Variabele 2
(Alleen voor Hydro-Probe Orbiter en Hydro-Probe SE sensors). Deze opties zijn gelijk
als voor de Uitgang variabele 1.
Laag % en Hoog %.
Deze twee waardes bepalen het vochtgebied op de analoge uitgang al er 'vocht%' type
uitgang variabelen (ruw, gefilterd of gemiddeld) wordt gebruikt. De standaard waardes
zijn 0% en 20%.
Voorbeeld:
Uitgang type 0-20 mA – 0 mA betekend 0% en 20mA betekend 20 %
Uitgang type 4-20 mA – 4 mA betekend 0% and 20mA betekend 20 %
Deze instellingen hebben geen effect indien een óngeschaalde' type uitgangs-variabele
is geselecteerd waarbij de nul uitgang (0mA of 4 mA) altijd correspondeert met
Ongeschaald 0.0 (lucht uitlezing) en een volle schaal uitgang (20mA) correspondeert
met Ongeschaald 100.0 (water).
variabele door gebruik te maken van de A, B, C en SSD
coëfficiënten.
Deze waarde is geschaald van de 'Gefilterd ongeschaald'
variabel door gebruik te maken van de A, B, C en SS
coëfficiënten. Zie Appendix B voor meer informatie.
Deze waarde is geschaald uit de 'Gemiddeld
Ongeschaald' variabele door gebruik te maken van de A,
B, C en SSD coëfficiënten. Zie Appendix B voor meer
informatie.
(Wordt alleen gebruikt bij de Hydro-Probe Orbiter en
de Hydro-Probe SE sensors). Deze waarde komt voort
uit de 'Gefilterd Ongeschaald' variabele door de A, B, C
en D Brix coëfficiënten te gebruiken. Zie Appendix B voor
meer informatie.
(Wordt alleen gebruikt bij de Hydro-Probe Orbiter en
de Hydro-Probe SE sensors). De temperatuur schaal is
vast – nul schaal (0 of 4 mA) correspondeert met 0ºC ,
volle schaal (20mA) correspondeert met 100ºC. Zie
Appendix B voor meer informatie.
HYDRO-COM GEBRUIKERS HANDLEIDING
CONFIGURATIE PAGINA
HD0273NL REV. 1.0.1
27