trillingen die tot de wittevingerziekte (Raynaud-
syndroom) of het Carpal Tunnel-syndroom kunnen
leiden.
Dergelijke omstandigheden hebben een nadelige
invloed op het tastgevoel en het vermogen tot
temperatuurregeling, veroorzaken gevoelens van
doofheid en branderigheid en kunnen leiden tot
schade aan zenuwen en vaten en
tot het afsterven van weefsel.
Niet alle factoren die tot de wittevingerziekte leiden,
zijn bekend. Bekende factoren zijn koud weer,
roken, eerdere ziekten of fysieke omstandigheden
met uitwerking op de bloedvaten en de
bloedcirculatie, maar ook zeer sterke tril-
lingen en de langdurige inwerking van trillingen. Om
het risico van de wittevingerziekte en het Carpal
Tunnel-syndroom te verminderen, moet het
volgende in acht genomen worden:
– Draag handschoenen en houd uw handen warm
– Houd de grepen stevig vast, maar druk er niet
voortdurend met veel kracht op
– neem vaak pauzes
Alle bovengenoemde voorzorgsmaatregelen bieden
geen garantie dat u geen last krijgt van de
wittevingerziekte of het Carpal Tunnel-syndroom.
Let daarom bij langdurig en frequent gebruik op de
toestand van uw handen en vingers. Als een van de
bovengenoemde symptomen optreedt, onmiddellijk
medisch advies inwinnen.
- Stel voor veilige en gemakkelijke werkzaamheden
de draagriem op uw lichaamsgrootte in.
- Vul de olietank met biologisch afbreekbare ELEM
GARDEN TECHNIC-zaagket-tinghechtolie.
- Controleer de werkomgeving vóór het begin van
de werkzaamheden en verwijder alle mogelijke
gevarenbronnen.
- DRAAG ALTIJD GESCHIKTE KLEDING: Wij
adviseren u om bij het gebruik van het
tuingereedschap naast de noodzakelijke
beschermende uitrusting ook geschikte kleding
te dragen (hemd met lange mouwen en lange
broek).
- Houd bij een lopende Snoeizaaghulpstuk met
lange steel alle lichaamsdelen uit de buurt van de
zaagketting. Controleer voor het starten van de
Snoeizaaghulpstuk met lange steel dat de
zaagketting niets aanraakt. Verwijder vastgeklemd
materiaal pas nadat het gereedschap uitgeschakeld
en de netstekker uit het stopcontact getrokken is. Bij
werkzaamheden met een Snoeizaaghulpstuk met
lange steel kan een moment van onoplettendheid
ertoe leiden dat voorwerpen door de zaagketting
worden meegenomen.
- Houd het elektrische gereedschap alleen aan de
geïsoleerde greepvlakken vast, aangezien de
zaagketting in aanraking met verborgen
stroomleidingen of de eigen netkabel
kan komen. Contact van de zaagketting met een
spanningvoerende leiding kan metalen delen van
het gereedschap onder spanning zetten en tot een
elektrische schok leiden.
- Houd de Snoeizaaghulpstuk met lange steel met
beide handen vast, waarbij duim en vinger de
grepen van de Snoeizaaghulpstuk met lange steel
omsluiten. Neem een zodanige lichaamshouding in
en houd uw armen in een zodanige positie, dat u
stand kunt houden ten opzichte van de
terugslagkrachten. Als geschikte maatregelen
worden getroffen, kan de bediener de
terugslagkrachten beheersen. Laat de
Snoeizaaghulpstuk met lange steel nooit los.
- Werk met de Snoeizaaghulpstuk met lange steel
niet op een boom. Bij gebruik van een
Snoeizaaghulpstuk met lange steel op een boom
bestaat kans op verwondingen.
- Let er altijd op dat u stevig staat. Gebruik de
Snoeizaaghulpstuk met lange steel alleen als u op
een stevige en vlakke ondergrond staat. Als u op
een gladde ondergrond of niet stabiel staat,
bijvoorbeeld op een ladder, kunt u uw evenwicht en
de controle over de Snoeizaaghulpstuk met lange
steel verliezen.
- Houd bij het afzagen van een tak rekening met
een te-rugslag. Als de tak aangezaagd wordt, kan
deze omlaag buigen en de zaagketting
vastklemmen.
- Draag de Snoeizaaghulpstuk met lange steel in
uitgeschakelde toestand aan de voorste greep,
terwijl de zaagketting naar voren wijst. Altijd de
veiligheidsafscherming aanbrengen voordat u het
gereedschap vervoert of opbergt. Een zorgvuldige
omgang met de Snoeizaaghulpstuk met lange steel
vermindert de kans op per ongeluk aanraken van de
lopende zaagketting.
- Volg de aanwijzingen voor het smeren, de
kettingspanning en het wisselen van toebehoren op.
Een onjuist gespannen of gesmeerde ketting kan
breken of het terugslagrisico verhogen.
- Houd grepen droog, schoon en vrij van olie en
vet. Vettige grepen met olie zijn glad en leiden tot
het verlies van de controle over de kettingzaag.
- Zaag alleen hout. Gebruik de Snoeizaaghulpstuk
met lange steel niet voor werkzaamheden waarvoor
deze niet bestemd is. Voorbeeld: Gebruik de
Snoeizaaghulpstuk met lange steel niet voor het
zagen van plastic, metselwerk of bouwmaterialen
die niet van hout zijn.
Het gebruik van de Snoeizaaghulpstuk met lange
steel voor werkzaamheden waarvoor deze niet
bestemd is, kan tot gevaarlijke situaties leiden.
- Oorzaken en voorkoming van een terugslag:
– Terugslag kan optreden als de punt van de
geleidingsrail een voorwerp raakt of als het hout
buigt en de zaagketting in de groef wordt
vastgeklemd.
– Een aanraking met de punt van de kettinggeleider
kan in veel gevallen tot een onverwachte en naar
achteren gerichte reactie leiden, waarbij de
kettinggeleider omhoog en in de richting van de
bediener wordt geslagen.