Gebruik aanbevolen papier
•
Gebruik uitsluitend aanbevolen papier of speciaal
afdrukmateriaal.
•
Plaats nooit papier dat gekreukt, gevouwen, vochtig, gebogen
of kromgetrokken is.
•
Buig het papier, waaier het uit en lijn de randen uit voordat u
het in de printer plaatst.
•
Gebruik geen papier dat u zelf op maat hebt gesneden of
geknipt.
•
Gebruik nooit verschillende papierformaten, -gewichten of -
soorten in één lade.
•
Zorg ervoor dat de instellingen voor papierformaat en
papiersoort correct zijn ingesteld op de computer of het
bedieningspaneel van de printer.
•
Bewaar het papier volgens de aanbevelingen van de fabrikant.
Locaties van storingen bepalen
Opmerkingen:
•
Als Storingsassistentie is ingesteld op Aan, voert de printer
lege of gedeeltelijk afgedrukte pagina's automatisch uit
nadat een vastgelopen pagina is verwijderd. Kijk of er
onbedrukte pagina's uit de printer komen.
•
Als Herstel na storing op Aan of Automatisch staat, drukt de
printer de vastgelopen pagina's opnieuw af.
8
Storingslocaties
1
Multifunctionele invoer
2
Laden
3
Klep A
4
Eenheid voor dubbelzijdig afdrukken
5
Klep B
Papier vast in klep A
1
Open klep A.