86
nl | Configuratie
6.2.5
Noodtriggeringangen
Als bewaking is ingeschakeld en ingangsbewaking wordt ingeschakeld (zie hoofdstuk
Supervisie, Pagina 83), kan het systeem de ingangen van de noodoproeptrigger bewaken. Voor
iedere noodtriggeringang kan bewaking worden in- en uitgeschakeld met de
configuratiesoftware.
Aanwijzing!
Zie de handleiding van de configuratiesoftware voor meer informatie over de
configuratiesoftware.
6.2.6
Netvoeding
Als bewaking is ingeschakeld en netspanningsbewaking wordt ingeschakeld (zie hoofdstuk
Supervisie, Pagina 83), wordt de beschikbaarheid van de netvoeding bewaakt.
6.2.7
Accu
Als bewaking is ingeschakeld en accubewaking wordt ingeschakeld (zie hoofdstuk Supervisie,
Pagina 83), wordt de beschikbaarheid van de back-upvoeding bewaakt.
6.2.8
Berichtenbewaking
Als bewaking is ingeschakeld en berichtenbewaking wordt ingeschakeld (zie hoofdstuk
Supervisie, Pagina 83), wordt de interne Message Manager van de controller voor gesproken
woord ontruiming bewaakt. Deze berichtenbewaking bestaat uit bewaking van de wave-speler
met behulp van een controlesom en bewaking van het audiopad met behulp van een
piloottoon.
6.2.9
Noodmicrofoon
Als bewaking is ingeschakeld en noodmicrofoonbewaking wordt ingeschakeld (zie hoofdstuk
Supervisie, Pagina 83), worden het audiopad en de PTT-schakelaar van de noodmicrofoon van
de capsule tot de aansluiting op de controller voor gesproken woord ontruiming bewaakt.
6.2.10
Lijnbewaking
Als bewaking is ingeschakeld en lijnbewaking (zie hoofdstuk Supervisie, Pagina 83) wordt
ingeschakeld, worden alle luidsprekerlijnen bewaakt. Lijnbewaking bestaat uit:
–
–
Impedantiebewaking
Als bewaking is ingeschakeld, meet de controller voor gesproken woord ontruiming de
impedantie van alle luidsprekerlijnen iedere 90 seconden (standaardwaarde). De
referentiewaarden voor impedantiebewaking worden tijdens het kalibreren van het systeem in
de controller voor gesproken woord ontruiming opgeslagen (zie hoofdstuk Kalibratie, Pagina
94). Als er een verschil > 15% (standaardwaarde) wordt gedetecteerd tussen de gemeten
lijnimpedantie en de referentiewaarde ervan, wordt de lijn als defect beschouwd. De
standaardwaarden kunnen met de configuratiesoftware worden gewijzigd.
Aanwijzing!
Aan het begin en het einde van een impedantiemeting is een klikje hoorbaar. Als de klik niet
aanvaardbaar is, kan worden gekozen voor EOL-bewaking in plaats van impedantiebewaking.
2013.07 | V2.0 |
Impedantiebewaking.
Aardfout bewaking.
Installation and Operation manual
Plena
Bosch Security Systems B.V.