3.
Nieuwe instellingen invoeren.
Voer een nieuwe instelling in of selecteer er een. De volgende items kunnen geconfi gureerd worden.
[GROUP NAME (GROEPSNAAM)] : Voer een naam in van maximaal 16 tekens (van één byte) (de naam
[UNIT TYPE]
Opmerking
• HMU: Hydromodule-unit
• Q-ton: Warmtepompboiler
[ICON]
[FAN TYPE]
[LOUVER]
[ALL COMMAND]
[REP. UNIT]
[UNIT]
[DEMAND (VRAAG)]
[ENERGY SAVING]
4.
Pas een nieuwe instelling toe
Klik op de knop SET (INSTELLEN) rechtsonder in het scherm. Dit is van toepassing op de gewijzigde
instellingen.
moet uniek zijn en mag niet gedeeltelijk overeenkomen met andere
groepsnamen).
: Selecteer unittype (airconditioner, overig, HMU of Q-ton) voor de
doelgroep.
Wanneer u "Other" selecteert, kunt u de modus, temperatuur,
ventilatie- en luchtrichting niet instellen.
: Selecteer het pictogram van de doelgroep.
: Selecteer het ventilatortype voor de doelgroep: 1-speed, 2-speed(Hi-Me),
2-speed(Hi-Lo), 3-speed en 4-speed (behalve de HMU en de Q-ton
groep).
: Selecteer VALID of INVALID voor de lamellen van de doelgroep
(behalve de HMU en de Q-ton groep).
VALID (GELDIG)
INVALID (ONGELDIG) Groep waarvoor de luchtstand niet ingesteld
: Stelt u in staat om aan te geven of er collectieve instellingen
toegepast moeten worden.
VALID (GELDIG)
INVALID (ONGELDIG) Past geen collectieve instellingen toe
: Selecteer het keuzerondje van de unit die als de representatieve unit
moet worden ingesteld.
De representatieve unit wordt overgenomen in de bedrijfsgegevens van
de groep, met uitzondering van de gegevens van de items run/stop en het
fi lterteken.
: Toont het unitnummer.
: Toont het verwerkingsniveau (LEVEL (NIVEAU)1, 2 of 3) wanneer er
een vraagsignaal wordt ingevoerd (behalve de Q-ton groep).
(Voor meer informatie over het verbruik raadpleegt u de
gebruikershandleiding van de SL4 centrale bediening.)
: Selecteer VALID of INVALID voor de energiebesparing van de doelgroep
(behalve de Q-ton groep).
– 33 –
Groep waarvoor de luchtstand ingesteld kan
worden
kan worden
Past collectieve instellingen toe
pagina 17