wordt weergegeven. De huidige instelling zal ook
worden weergegeven.
Om de instelling te wijzigen, druk op
Druk op
om de nachtinschakeling van de
sensorzone in te schakelen, of
Druk op
om de nachtinschakeling van de
sensorzone uit te schakelen.
Druk op
om op te slaan en af te sluiten, of
Druk op
om af te sluiten zonder op te slaan.
GEDEELTELIJKE INSCHAKELING
Deze faciliteit regelt of de sensorzone actief is wanneer
het systeem op gedeeltelijk inschakeling is ingesteld.
Standaardinstelling: UIT
Blader
door
het
menu
inschakeling"
wordt
instelling zal ook worden weergegeven.
Om de instelling te wijzigen, druk op
Druk op
om de sensorzone in gedeeltelijke
inschakeling in te schakelen, of
Druk op
om de sensorzone in gedeeltelijke
inschakeling uit te schakelen.
MAGNETISCHE CONTACTDETECTOR
Hierdoor kan het draadloze bedieningspaneel gemeld
worden of de magnetische contactdetector actief of
inactief is, wanneer het systeem wordt uitgeschakeld.
Standaardinstelling: AAN
Blader door het menu tot ": 8 Magnetische O/C-det."
wordt weergegeven. De huidige instelling zal ook
worden weergegeven.
Om de instelling te wijzigen, druk op
.
tot
":7
Gedeeltelijke
weergegeven.
De
huidige
.
.
Druk op
om de magnetische contactdetector
in te schakelen, of
Druk op
om de magnetische contactdetector
uit te schakelen.
AUTO RAPPORT
Deze functie, indien ingeschakeld, stelt de detector in
staat om periodiek met de meest recente status,
terugkoppeling aan het draadloze bedieningspaneel te
geven.
Standaardinstelling: AAN
Blader door het menu tot ":9 Auto rapport" wordt
weergegeven. De huidige instelling zal ook worden
weergegeven.
Om de instelling te wijzigen, druk op
Druk op
schakelen, of
Druk op
schakelen.
STATUS SENSORZONE
Hiermee wordt bepaald of de detector in de
sensorzone is geïmplementeerd.
Standaardinstelling: UIT
Blader door het menu tot ":10 Sensorstatus" wordt
weergegeven. De huidige instelling zal ook worden
weergegeven.
Om de instelling te wijzigen, druk op
Druk op
detector in de sensorzone in te schakelen, of
37
.
om de auto rapportfunctie in te
om de auto rapportfunctie uit te
.
om de implementatie van de