SW2 zoals hieronder samengevat:
SW2
DIP1
AAN
Looptest-modus
UIT
Normale modus
4. Sluit de 1/2 3,6V lithiumbatterij op de batterijveer
aan.
Opmerking: Wanneer de batterij is aangesloten,
knippert de LED achter de lens voor 2-3 minuten
als opwarmduur totdat de PIR gestabiliseerd is
zodra de LED met knipperen zal stoppen en
uitschakelt.
5. In
de
normale
achterafdekking van de PIR-detector. De LED van
de detector zal verlichten en het draadloze
bedieningspaneel moet gaan piepen. Dit is omdat
de sabotageschakelaar gemonteerd op de detector
geactiveerd werd.
6. Wanneer de detector volledig geïnstalleerd is d.w.z.
batterijklepje
opnieuw
detector na elke activering voor ongeveer 3
minuten geen beweging detecteren. (deze functie
is er om de batterijstroom te besparen en de
levensduur van de batterij te maximaliseren).
7. Om met het draadloze bedieningspaneel te
communiceren, moet de ID-code van de detector
door het draadloze bedieningspaneel worden
geleerd. Om verder te gaan met het leren van de
ID-code.
a. Stel het draadloze bedieningspaneel in
op "3. Beveiliging sensorzone" en druk op
.
b. Selecteer "3-1 Draadloze sensorzone" en
druk op
c. Voer "(01-32) sensorzone" in en druk op
.
d. Een indicatie van ":1 Leren ID" zal
worden getoond en druk op
Door op de sabotageschakelaar naast de PCB
op de detector te drukken zal de ID-code
onmiddellijk
DIP2
Hoge
gevoeligheid
Lage
gevoeligheid
modus,
verwijder
aangebracht;
zal
.
.
naar
het
draadloze
bedieningspaneel worden gezonden.
DE PIR-BEWEGINGSMELDERS TESTEN
Zorg ervoor dat het systeem in de testmodus is
geschakeld.
Met de PIR-detector in testmodus en in positie op de
muur gemonteerd, laat de detector voor 2-3 minuten
stabiliseren alvorens de looptest uit te voeren.
1. Druk op
,
systeem in de testmodus te schakelen.
"LOOPTEST" wordt weergegeven.
de
2. Druk op
"Looptest wachtende..." wordt weergegeven.
3. Loop het beveiligde gebied binnen en loop
langzaam rond, elke keer dat de detector
beweging detecteert, knippert de LED achter de
de
lens.
Bovendien
bedieningspaneel de gong luiden om aan te geven
dat het alarmsignaal is ontvangen en de identiteit
van
de
geconfigureerd, wordt weergegeven.
Pas eventueel het detectiebereik aan door de
montagepositie
PIR-behuizing te veranderen.
Opmerking: Bij normale werking knippert de LED
achter de PIR-lens bij bewegingdetectie niet (tenzij
de batterij bijna leeg is).
Pas eventueel het detectiepatroon opnieuw aan
door de montagepositie van de PCB binnenin de
PIR-behuizing te veranderen.
4. Verwijder de achterafdekking van de PIR-detector.
Het draadloze bedieningspaneel moet de gong
laten luiden en "PIR-detector sabotage" weergeven
om te laten zien dat de sabotageschakelaar van de
detector is geactiveerd.
5. Druk op
van de TESTMODUS terug te keren.
13
,
,
,
om de "LOOPTEST" te activeren.
zal
het
zone
waarvoor
de
van
de
PCB
om naar het hoogste menuniveau
,
om het
draadloze
detector
is
binnenin
de