3. Het
is
aanbevolen
bedieningspaneel zodanig op te stellen dat de
vertrek/binnenkomsttoon
bedieningspaneel
eigendom kan worden gehoord.
4. Het draadloze bedieningspaneel moet binnen een
beveiligd gebied worden gemonteerd, zodat een
indringer het draadloze bedieningspaneel niet kan
bereiken zonder een beveiligde deur te openen of
een gebied te passeren beschermd door een
PIR-detector
wanneer
ingeschakeld.
5. Het draadloze bedieningspaneel moet zich binnen
het bereik van een stopcontact worden geplaatst.
6. Als de telefoonfunctionaliteit moet worden gebruikt
dan moet het draadloze bedieningspaneel op een
telefoonaansluiting worden aangesloten.
Opmerking:
Het
telefoonsnoer niet langer dan 5 m is, alvorens op
een hoofd- of secundaire telefoonaansluiting aan
te sluiten.
7. Plaats het draadloze bedieningspaneel niet dichter
dan 1m van grote metalen voorwerpen, (bijv.
spiegels,
radiatoren,
zendbereik van het draadloze bedieningspaneel
kan beïnvloeden.
MONTAGE VAN HET DRAADLOZE
BEDIENINGSPANEEL
1. Schroef de twee bevestigingsschroeven bovenop
het paneel los en open de afdekking. De afdekking
is scharnierend aan de onderkant.
2. Verwijder de twee back-up batterijen aan de
rechter boven- en onderkant van het paneel.
3. Leid de kabel van de voedingseenheid omhoog
achterlangs de kabelbaan aan de rechterkant van
het draadloze bedieningspaneel en steek de
stekker in de DC-voedingsaansluiting in het paneel.
Zorg ervoor dat de kabel niet tussen het paneel en
de wand bekneld raakt.
4. Gebruik de motagesjabloon verstrekt (p. 56) om
de positie van twee schroefgaten op de muur te
markeren. Boor twee gaten en plaats de
meegeleverde kunststof muurpluggen en schroef
vervolgens twee schroeven in de muurpluggen
bijna
volledig
erin.
bedieningspaneel met de twee sleutelgatsleuven
aan weerszijden van de bovenhoeken van de
behuizing van het paneel over deze schroeven.
5. Zet het draadloze bedieningspaneel vast door het
inschroeven van een schroef in de lagere
bevestigingsgat in het paneel en draai de schroef
vast tot het net grip het grip heeft op de behuizing .
Zet de bevestigingsschroeven niet te strak vast
omdat dit de behuizing zou kunnen beschadigen of
vervormen.
6. Zorg ervoor dat de "Reset" (P1) en de "bekabelde
sabotagedetectie van de sirene" (P51) jumpers in
de UIT-positie zijn ingesteld.
7. Sluit
de
batterijdraden
om
het
draadloze
(door
het
draadloze
geproduceerd)
buiten
het
systeem
is
aanbevolen
dat
enz.)
omdat
dit
Hang
het
draadloze
aan
op
back-up-batterijen en plaats de batterijen opnieuw.
Batterij 1 (bovenste): Blauwe draad op de "+"-pool
het
Batterij 2 (onderste): Rode draad op de "+"-pool
is
BELANGRIJK: Wees voorzichtig bij het aansluiten
van de batterijdraden op de batterijen, omdat het
onjuist aansluiten de batterijen of de draadloze
bedieningspaneel kan beschadigen.
Opmerking: De voeding-LED kan knipperen om
aan te geven dat de eenheid via de back-up
het
batterijen werkt en dat netvoeding niet aanwezig is.
8. Indien gemonteerd, verwijder de plastic folie die
het LCD-scherm bedekt.
het
9. Sluit
bedieningspaneel
bevestigingsschroeven vast.
10. Steek de stekker van de voedingseenheid in het
stopcontact en schakel het in, (de voeding-LED
moet branden).
11. Indien nodig, sluit het draadloze bedieningspaneel
aan op de telefoonlijn met behulp van de kabel
door de kleine RJ11-stekker in de aansluiting te
steken, gemarkeerd met "LINE" te vinden op de
onderrand van het draadloze bedieningspaneel.
Als de geleverde kabel niet lang genoeg is om een
geschikte telefoonpunt te bereiken dan moet het
verlengd worden met een verlengsnoer (niet
meegeleverd).
Opmerking: Als de sabotage van het draadloze
bedieningspaneel tijdens de installatie luidt, reset
het alarm door te drukken op:
,
toetsenblok van het draadloze bedieningspaneel.
beide
8
van de batterij
Zwarte draad op de "–"-pool
van de batterij
van de batterij
Blauwe draad op de "–"-pool
van de batterij
het
deksel
van
en
,
,
,
het
draadloze
draai
de
,
op het